Afstand bepalend voor snelheid
Westveer noemt het een probleem dat kleine waterdieren als insectenlarven, waterkevers, waterslakken, waterpissebedden en mosseltjes niet of nauwelijks de herstelde beken gaan bewonen. Zij zijn onmisbaar voor de ecologische processen in de beken en een essentiële voedselbron voor vissen en vogels. De afstand tussen de geboortegrond en de nieuwe woonplaats is bepalend voor de snelheid waarmee de macro-invertebraten de herstelde beektrajecten bevolken. Hoe dichterbij, hoe sneller ze er zijn.
Het maakt volgens Westveer geen verschil of de diertjes zich vliegend, kruipend, zwemmend of drijvend verplaatsen. Ook de grootte van de macrofaunapopulaties die een beek omringen, speelt een belangrijke rol. Bij een grotere populatie zijn individuele waterdiertjes eerder geneigd om een nieuwe plek op te zoeken.
Tijdens een veldexperiment van drie jaar is bekeken welke macrofauna via de lucht een nieuwe beek kan vinden. Westveer constateert dat alleen enkele vliegende soorten - kriebelmuggen en dansmuggen - zich twee kilometer verplaatsen. De meerderheid van alle macrofauna zoals schietmotten, steenvliegen en eendagsvliegen komt niet verder dan een paar honderd meter. Daarom gaat het herstel soms erg langzaam, wanneer een beek niet goed met andere beken in verbinding staat.
Herintroductie van passende soorten
Westveer komt met een aantal suggesties om de ecologische doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen en in het algemeen te zorgen voor een betere verspreiding van macrofauna. Zo vindt zij dat de herkolonisatie van herstelde bovenlopen niet moet afhangen van trage kolonisten uit nabijgelegen beken. In plaats daarvan kan herintroductie van passende soorten uitkomst bieden.
De Amsterdamse onderzoeker pleit er ook voor om bestaande bronpopulaties rondom een herstelgebied in kaart te brengen en bepaalde bronpopulaties te versterken en beschermen. Een andere suggestie is om bij de planning van beekherstel rekening te houden met de cycli van macrofauna. Westveer raadt aan om de meest invasieve werkzaamheden niet te laten plaatsvinden tijdens de sessiele stadia, dus bijvoorbeeld niet tijdens verpopping van aquatische insecten.
MEER INFORMATIE
Bericht UvA over onderzoek
Boekje Van A naar Beek