De Tweede Kamer schaarde zich vorige week achter het initiatiefwetsvoorstel voor een bindend correctief referendum. Voor waterschappen, provincies en gemeenten geldt een uitzonderingsclausule. Zij mogen, zeer tot de tevredenheid van de Unie van Waterschappen, zelf bepalen of een besluit in aanmerking komt voor een referendum.
Een correctief referendum gaat over een beslissing die al is genomen. Bindend betekent dat de betreffende overheid toezegt de uitslag van het referendum ook daadwerkelijk over te nemen. Het wetsvoorstel is een initiatief van Tweede Kamerlid Renske Leijten (SP).
Eerder deed zij al een voorstel van gelijke strekking, maar daar bleek vorig jaar geen meerderheid voortoen keerde de Eerste Kamer zich nog tegen de wet. Leijten paste haar wetsvoorstel aan en nam daarin een uitzonderingspositie op voor waterschappen, maar niet voor gemeenten en provincies.
Daar kwam vervolgens kritiek op vanuit de Tweede Kamer. Leijten koos er daarom voor haar voorstel aan te passen. Het referendum zou ook verplicht worden voor waterschappen. Een amendement van de ChristenUnie, waarin de uitzonderingspositie voor zowel waterschappen, gemeenten als provincies zou gaan gelden, bleek uiteindelijk op een meerderheid in de Kamer te kunnen rekenen.
En daar is de Unie van Waterschappen tevreden mee. “Het gaat om de autonomie van de decentrale overheden”, zegt Ilona Elfferich. Elfferich is verenigingssecretaris van de Unie. “De provinciale staten, de waterschapsbesturen en de gemeenteraden gaan zelf over de inrichting van hun bestuur. Het is goed dat daarover over een gevoelig onderwerp als een correctief referendum geen verplichtingen worden opgelegd door de Tweede Kamer.”
Als de wet van kracht wordt, moeten waterschappen en de andere decentrale overheden in hun reglement van orde opnemen welke onderwerpen wel en niet in aanmerking komen voor een referendum. “Er geldt een zogeheten kan-bepaling. Waterschappen dienen dus vooraf duidelijk te maken over welke onderwerpen een referendum mogelijk is. Dat zal per waterschap verschillen.”
“Of het wetsvoorstel daadwerkelijk zal worden ingevoerd is nog onduidelijk”, zegt Elfferich. Het wetsvoorstel van Leijten betreft een grondwetswijziging. Mocht het wetsvoorstel in de komende periode door de Eerste Kamer worden aangenomen, dan moet het na de volgende Tweede Kamerverkiezingen opnieuw door zowel Eerste als Tweede Kamer worden behandeld en met twee derde meerderheid worden aangenomen. “Deze wet heeft in elk geval nog een lange weg te gaan.”