Veertien buitenlandse delegaties komen naar Nederland voor het eerste Blue Deal-congres. Dat begint maandag in Amsterdam en duurt tot en met vrijdag. In de tweede helft van de week reizen de gasten door het land om waterschappen en aansprekende waterprojecten te bezoeken.
Het congres is een initiatief van de Nederlandse waterschappen en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat, die ook samen het Blue Deal-programma zijn begonnen. Dat heeft als doel om in 2030 20 miljoen mensen wereldwijd toegang te bieden te voldoende en schoon water en te beschermen tegen water.
Doel van het congres is kennis uitwisselen binnen de internationale watersector. Voor het Blue Deal-programma reizen medewerkers van de waterschappen meestal naar de deelnemende landen toe, nu komen die deze kant op.
Kennisuitwisseling
Gedurende vijf dagen krijgen de delegaties uit Argentinië, Burkina Faso, Colombia, eSwatini (Swaziland), Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia, Mozambique, Palestijnse gebieden, Peru, Roemenië, Vietnam, Zuid-Afrika de mogelijkheid om elkaar en de Nederlandse betrokkenen bij de Blue Deal te leren kennen.
Maandag worden de gasten ontvangen in Amsterdam, waar zij kennismaken met het Nederlandse waterbeheer. Dinsdag staat in het teken van gemeenschappelijke ‘wateruitdagingen’. Woensdag zijn er excursies naar waterprojecten en donderdag en vrijdag bezoeken de delegaties partner-waterschappen.
Én-én-programma
"Met de Blue Deal willen de waterschappen niet alleen kennis brengen, maar ook ophalen", benadrukt Luzette Kroon, bestuurslid van de Unie van Waterschappen en portefeuillehouder Internationaal. "Het is een én-én-programma. Zo leren wij van de ervaringen met droogte in landen als Burkina Faso en Zuid-Afrika. Bijvoorbeeld over de samenwerking met stakeholders, maar ook over de overschakeling naar gewassen waarvoor minder water nodig is. Dat is voor de hele watersector relevant."
De Blue Deal is in 2018 begonnen. In de eerste fase lag de nadruk op het opbouwen en versterken van de samenwerkingsverbanden in de zestien partnerlanden. In de tweede fase, die loopt van 2023 tot 2030, willen de initiatiefnemers deze samenwerkingsverbanden verdiepen door in te zetten op "leren, klimaatadaptatie en sociale inclusiviteit".