De beslissingen en voorkeursstrategieën in het Deltaprogramma voldoen goed voor de periode tot 2050. Er zijn enkel beperkte aanpassingen nodig, aldus deltacommissaris Peter Glas bij de presentatie van het Deltaprogramma 2020. Volgens hem zouden klimaatadaptief en waterrobuust bouwen en ontwikkelen het ‘nieuwe normaal’ moeten zijn.
Met de publicatie van het nieuwe Deltaprogramma op deze Prinsjesdag is een kleine mijlpaal bereikt. Het is voor het tiende jaar op rij dat dit programma verschijnt. Het Deltaprogramma 2020 heeft de titel Doorwerken aan de delta: nuchter, alert en voorbereid meegekregen. Hierin zijn de maatregelen op het gebied van waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie tot 2050 opgenomen. In de periode 2020-2033 is daarvoor een bedrag van ongeveer 17,9 miljard euro in het Deltafonds beschikbaar. Dat komt gemiddeld neer op een jaarlijks budget van bijna 1,3 miljard euro.
Beperkte aanpassingen
“Op korte termijn doen wat nodig is, met de blik op de toekomst. Ofwel: Adaptief deltamanagement!” Dat schrijft deltacommissaris Peter Glas - voor wie het zijn eerste Deltaprogramma is - in de begeleidende brief. Onderdeel daarvan is dat relevante ontwikkelingen nauwlettend worden gevolgd en waar nodig leiden tot aanpassing van deltabeslissingen en voorkeursstrategieën. Glas verwacht slechts beperkte aanpassingen als gevolg van de systematische herijking die op ogenblik loopt. Die worden over een jaar in het Deltaprogramma 2021 bekendgemaakt.
De deltacommissaris meldt als tussentijds inzicht dat de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën uit 2014 nog steeds robuust zijn: “Tot 2050 vormen ze het goede uitgangspunt om Nederland veilig, klimaatbestendig en waterrobuust te maken.” De beperkte aanpassingen die nodig zijn, zullen vooral te maken hebben met toenemende extremiteiten in het weer. Daarbij gaat het enerzijds om clusterbuien en anderzijds om droogte en verzilting. Verder wordt als cruciaal aangegeven dat de maatregelen voor waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie voortvarend worden uitgevoerd.
Na 2050 kunnen volgens Glas de opgaven wel ingrijpend wijzigen door een mogelijk versnelde zeespiegelstijging. Hij constateert dat inmiddels belangrijke stappen zijn gezet bij de ontwikkeling van een meerjarig Kennisprogramma Zeespiegelstijging, dat tot en met 2026 zal lopen. Hierin wordt in beeld gebracht in hoeverre de huidige deltabeslissingen en voorkeursstrategieën houdbaar zijn en opgerekt kunnen worden. Ook is er aandacht voor mogelijke handelingsperspectieven voor de verre toekomst.
Water als ordenend principe
Het streven is dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Sinds 2017 wordt daarom jaarlijks het Deltaplan ruimtelijke adaptatie opgesteld. Glas pleit ervoor dat bij de ruimtelijke ordening op alle schaalniveaus water als ordenend principe wordt gehanteerd. “Klimaatadaptief en waterrobuust bouwen en ontwikkelen - voorbereid zijn op toenemende wateroverlast, droogte, hitte en het beperken van de gevolgen van een eventuele overstroming - zouden het ‘nieuwe normaal’ moeten zijn.”
In verband met de komst van de Omgevingswet vindt de deltacommissaris het van groot belang dat de doelen van het Deltaprogramma doorwerken in de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten en ook mee worden genomen bij de voorbereiding van concrete projecten in de fysieke leefomgeving. “Dat zal voor velen een vanzelfsprekendheid zijn, maar ik wil benadrukken dat het ook noodzakelijk is.”
In een reactie laat minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat namens het kabinet weten het ermee eens te zijn dat water door alle overheden als ordenend principe moet worden gehanteerd. De doelen en gezamenlijke opgaven uit het Deltaprogramma zijn daarom een integraal onderdeel van het ontwerp voor de Nationale Omgevingsvisie.
Maatregelen op schema
Volgens het Deltaprogramma 2020 liggen de geplande maatregelen op alle onderdelen op schema. Zo hebben bijna alle gemeenten stresstesten uitgevoerd om de kwetsbaarheid voor extreem weer in beeld te brengen en ook zijn in verschillende regio’s al risicodialogen gevoerd. Het Rijk heeft voor de korte termijn een extra impuls van 20 miljoen beschikbaar gesteld; verschillende projecten zijn intussen in uitvoering. Ook de voortgang van de dijkversterking in verband met de nieuwe veiligheidsnormen voldoet. Tot 2050 moet per week gemiddeld één kilometer dijk worden versterkt. Deze snelheid wordt op dit moment gehaald.
MEER INFORMATIE
Deltaprogramma 2020
Bericht deltacommissaris
Reactie Unie van Waterschappen