secundair logo knw 1

Foto: Alfred Derks via Pixabay

Het is belangrijk om in grote investeringsagenda’s nu al te zorgen voor voldoende ruimte voor de versnelde zeespiegelstijging in de toekomst. Dat raadt het kennisinstituut Deltares aan in een verkennende studie. Voor de lange termijn komen oplossingen als grote drijvende steden, nieuwe eilanden voor de kust en een enorme Noordzeedam in aanmerking.

Deltares heeft in het onderzoek gekeken naar mogelijke maatregelen voor de aanpassing aan de zeespiegelstijging, met de focus op waterveiligheid. Hoewel het nog onzeker is hoe hoog en snel de zeespiegel gaat stijgen, is in alle klimaatscenario’s er een kans dat 1 meter in de komende 130 jaar wordt bereikt. Zelfs 2 tot 3 meter rond 2100 valt niet uit te sluiten.

Waarschijnlijk zijn pas na 2050 ingrijpende maatregelen nodig in verband met de versnelde zeespiegelstijging, omdat de overstromingskansen toenemen. Volgens de onderzoekers is het van cruciaal belang om hierop te anticiperen en vooruit te werken. Anders worden investeringen gedaan waarvan de samenleving later spijt gaat krijgen en is er straks onvoldoende tijd om maatregelen te nemen.

Meenemen in grote investeringsagenda’s
Daarom wordt aanbevolen om nu al rekening te houden met de maatregelen voor de toekomstige zeespiegelstijging. Dat kan in de grote investeringsagenda’s voor onder andere woningbouw, landbouw en energie, die op stapel staan. Door hierin te zorgen voor voldoende ruimte voor aanpassing aan de zeespiegelstijging zullen er in de toekomst minder schade en slachtoffers zijn, aldus de onderzoekers. Ook vallen de kosten voor aanpassingen dan lager uit.

Deltares heeft het onderzoek verricht in het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Hiervan zijn de deltacommissaris en de minister van Infrastructuur en Waterstaat opdrachtgevers.

Vier oplossingsrichtingen voor lange termijn
In de studie worden 22 fysieke maatregelen gepresenteerd om de waterveiligheid te waarborgen. Zij vormen bouwstenen voor adaptatie aan de zeespiegelstijging (zie infographic). Op basis hiervan noemen de onderzoekers vier oplossingsrichtingen voor de lange termijn, inclusief bijbehorende adaptatiepaden. De inrichting van het rivierengebied speelt daarbij steeds een centrale rol.

Beschermen-open: Bescherming van de kust tegen overstromingen en erosie met harde of zachte maatregelen, zoals keringen, zandsuppletie of wetlands. De rivieren staan nog steeds in open verbinding met de zee. De Nieuwe Waterweg blijft afsluitbaar open. De Maeslantkering zal vanwege de zeespiegelstijging vaker moeten sluiten en moet daarom worden aangepast of vervangen. Een andere optie is het verhogen van het sluitpeil. Door de combinatie van zeespiegelstijging en hogere piekafvoeren moeten dijken worden verhoogd of op een overslagbestendige manier worden verbreed, samen met aangepast bouwen.

Beschermen-gesloten: Bescherming van de kust tegen overstromingen en erosie met harde of zachte maatregelen, waarbij wel de rivierarmen met dammen worden afgesloten. De Maeslantkering wordt vervangen door een dam met sluizencomplex, waarachter zich een binnenmeer vormt. Bij hoge rivierafvoeren is een combinatie van spuien, pompen en bergen nodig. Hiervoor zijn drie hoofdvarianten: een pomp-spuisysteem bij de Nieuwe Waterweg en/of Haringvliet, een grotere afvoer via de IJssel naar het IJsselmeer en het omleiden van de Waal en Maas via de zuidwestelijke delta met behulp van een afsluitbare open kering en een pomp-spui systeem of via een open systeem. Het pompsysteem zou dan, uitgaande van de huidige pompen, ongeveer 6 tot 10 kilometer breed moeten zijn.

Meebewegen: Hierin staan ‘leven met het water’ en ‘water als sturend principe’ centraal. Er wordt een grotere kans op overstromen geaccepteerd. De gevolgen kunnen worden beperkt door aangepast bouwen, vermijden van bouwen in risicogebieden en verplaatsen van activiteiten naar hoger gelegen delen van het land. Bij vergaande zeespiegelstijging zijn er twee hoofdvarianten: het verplaatsen van veel activiteiten naar hoog Nederland en de aanleg van grote drijvende steden en megaterpen.

Zeewaarts: Er valt te denken aan een bredere kuststrook of nieuwe eilanden die met elkaar verbonden zijn. Door de aanleg van eilanden ontstaat er meer ruimte voor woningbouw en economische activiteiten en ook voor het tijdelijk bergen van hoge rivierafvoeren. De gevolgen voor onder meer de natuur zijn echter ingrijpend. Een extreme vorm van zeewaarts aanpassen is een Noordzeedam die zowel tussen Noorwegen en Schotland als door het Kanaal loopt.

Adaptatiewiel met loep Mogelijke bouwstenen voor adaptatie aan zeespiegelstijging en de mate waarin deze bouwstenen passen bij de oplossingsrichtingen Zeewaarts (geel), Beschermen gesloten/open (groen) en Meebewegen (blauw; geheel gekleurd vlak = zeer goed, half gekleurd vlak = deels, licht gekleurd vlak = beperkt of niet). Het gaat om fysieke maatregelen voor het beperken van de gevolgen van hoogwaters. I Bron: studie Deltares


LEES OOK:
H2O Actueel: Vijf provocatieve strategieën voor toekomst Nederlandse delta

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.