Hoe ziet een klimaatbestendig Nederland er in 2100 en daarna uit, gezien de zeespiegelstijging? Dat gaan drie consortia uitzoeken. De resultaten worden eind dit jaar verwacht.
Elk consortium werkt één scenario uit: beschermen, meebewegen of zeewaarts. Dat levert een beeld op van wat er technisch, fysisch en ruimtelijk wel en niet kan. Hierbij wordt rekening gehouden met een zeespiegelstijging tussen 30 centimeter en 2 meter in 2100 langs de Nederlandse kust.
Aan de consortia doen overheden, kennisinstellingen, ingenieurs- en ontwerpbureaus en waterbouwers mee. Het gaat in totaal om twintig partijen. Zij verrichten het onderzoek in het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en werken samen onder de vlag van de Topsector Water.
De bedoeling is dat de uitwerking belangrijke informatie oplevert voor keuzes bij de ruimtelijke inrichting, bijvoorbeeld voor de woningbouw en de energietransitie. De consortia zijn naar verwachting tegen het eind van het jaar klaar met hun werk.
Beschermen, meebewegen en zeewaarts
De drie consortia borduren voort op het onderzoek van Deltares naar oplossingsrichtingen voor de zeespiegelstijging, waarvan de resultaten in het najaar van 2022 zijn gepubliceerd. De groep onder leiding van Alex Hekman (Sweco) buigt zich over het scenario ‘zeewaarts’: creëren van nieuw, hoger en zeewaarts gelegen land om de delta te beschermen tegen gevolgen van overstroming. Hierbij wordt de mogelijkheid van een tweede kustlijn onder de loep genomen.
Het consortium waarvan Harm Albert Zanting (Arcadis) de trekker is, houdt zich bezig met ‘meebewegen’. Centraal staan maatregelen waarmee de kwetsbaarheid voor de gevolgen van een hogere zeespiegelstijging wordt verkleind. Denk bijvoorbeeld aan het ophogen van land en aan drijvende gebouwen en infrastructuur op palen.
Stephan van der Biezen (Witteveen+Bos) staat aan het roer van het consortium voor ‘beschermen’. De deelnemers kijken naar harde en zachte maatregelen voor de bescherming van de kust tegen overstromingen en erosie, zoals keringen, zandsuppletie en wetlands. Daarbij worden de rivierarmen wel (beschermen-gesloten) of niet (beschermen-open) helemaal afgesloten met dammen of stormvloedkeringen. Overtollig water wordt weggepompt.