De drinkwaterprijzen in Nederland gaan in 2025 flink omhoog. Drinkwaterbedrijf Vitens, met 5,8 miljoen klanten de grootste leverancier van drinkwater in het land, kondigt een tariefsverhoging van 11 procent aan. Ook andere drinkwaterbedrijven verhogen hun tarieven. De stijging wordt toegeschreven aan investeringen in de drinkwatervoorziening.
Bij Waterbedrijf Groningen betalen huishoudens met een gemiddeld waterverbruik van 100.000 liter per jaar in 2025 een tarief van 2,62 euro per 1.000 liter. Dat is een stijging ten opzichte van de 2,30 euro in 2024. Op jaarbasis betekent dit een toename van ruim 30 euro, van 230 euro dit jaar naar 261,56 euro volgend jaar.
PWN, actief in het grootste deel van Noord-Holland, verhoogt het tarief naar 1,92 euro per 1.000 liter. Dit betekent dat huishoudens maandelijks zo’n 2,10 euro meer betalen dan in 2024, ofwel ruim 25 euro extra op jaarbasis. In Brabant betalen klanten van Brabant Water in 2025 gemiddeld 1,41 euro per 1.000 liter. Dit is 16 eurocent meer dan nu, wat voor een gemiddeld huishouden neerkomt op een verhoging van ongeveer 19 euro per jaar.
In Drenthe stijgen de tarieven bij WMD ook. Gezinnen met een gemiddeld verbruik betalen in 2025 iets meer dan 22 euro per maand, ruim 2 euro meer dan in 2024. In Zuid-Holland zijn klanten van Oasen gemiddeld zo’n 23 euro per maand kwijt, een stijging van 1,80 euro ten opzichte van dit jaar.
De klanten van Vitens krijgen te maken met een stijging van bijna 11 procent. Voor een tweepersoonshuishouden betekent dit een jaarlijkse verhoging van ongeveer 23 euro, terwijl een gezin van vier personen ruim 43 euro meer gaat betalen. Vitens levert water in Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en enkele delen van Drenthe en Noord-Holland.
Investeringsnoodzaak
De drinkwaterbedrijven wijzen op de noodzaak van investeringen in de drinkwatervoorziening als belangrijkste oorzaak van de prijsverhogingen. Deze investeringen zijn nodig om het groeiende aantal aansluitingen te ondersteunen, de kwaliteit van de infrastructuur te waarborgen en te anticiperen op toekomstige watervraag en klimaatveranderingen.
Voor de watersector onderstreept deze ontwikkeling de urgentie van efficiënter waterbeheer en langetermijninvesteringen in robuuste drinkwatersystemen. De hogere kosten drukken consumenten echter ook op de noodzaak om bewuster om te gaan met waterverbruik.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.