Een early-warning-systeem van het KNMI en het bedrijf Weather Impact moet waterschappen beter voorbereiden op zomerse piekbuien, zodat zij ernstige wateroverlast kunnen beperken. Vijf waterschappen doen mee aan een pilot.
De vraag kwam vanuit de waterschappen zelf, vertelt deelprojectleider Stefan Ligtenberg van Weather Impact, het bedrijf van weerpresentator Gerrit Hiemstra. "Zij worden nu vaak verrast door zomerse buien. Ze weten niet precies waar en wanneer de regen valt en hoeveel het zal zijn. Dat maakt het lastig om maatregelen te treffen."
Het early-warning-systeem moet waterschappen, maar ook bijvoorbeeld gemeenten en veiligheidsregio’s, tijdig waarschuwen op welke plek en op welk tijdstip een extreme bui verwacht wordt. Dat gebeurt door verschillende technieken te combineren.
Het huidige waarschuwingssyteem van bijvoorbeeld Buienradar geeft een deterministische verwachting, legt Ligtenberg uit. "Er wordt maar één optie gegeven. Dat gebeurt op grond van extrapolatie. Maar daar zit veel onzekerheid in. Het early-warning-systeem gebruikt een ensemble-verwachting. Dat zijn meerdere simulaties voor de komende uren en dagen. Daarmee kunnen we de kans berekenen dat een bepaald scenario zich voordoet."
Drempelwaarde
Zeker voor waterschappen, die zelf ook hydrologen in dienst hebben, is dit waardevol, zegt Ligtenberg. "Zij willen graag weten hoeveel procent kans op neerslag er in hun gebied is, zodat ze zich daarop kunnen voorbereiden. Hiermee bieden we een handelingsperspectief."
Waterschappen kunnen zelf een drempelwaarde instellen voor bijvoorbeeld het aantal millimeters neerslag. Op grond daarvan krijgen ze een waarschuwing via Hydronet, een interactief dashboard op internet. "Een polderwaterschap kan dan de noodpompen alvast de goede kant opsturen", aldus Ligtenberg. "Terwijl er voor een waterschap in een hellend gebied bij dezelfde waarden nog helemaal geen reden is voor paniek."
De afgelopen anderhalf jaar hebben het KNMI en Weather Impact besteed aan onderzoek, sinds begin deze maand loopt er een pilot bij de eindgebruikers. Die moet uitwijzen of het systeem aan de verwachtingen voldoet. Vijf waterschappen doen hieraan mee: Aa en Maas, Limburg, Noorderzijlvest, Rijnland en De Stichtse Rijnlanden. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat subsidieert het project.
KNMI
Het KNMI is sowieso druk bezig om de weersverwachting lokaler en preciezer te maken, zegt projectleider Marjan Heijman van het instituut. "We zijn nu nog gehouden aan blokken van 50 vierkante kilometer, maar voor deze testfase is dat 5 vierkante kilometer. Ook de ensemble-verwachting moet daaraan bijdragen."
Als de pilot is afgelopen, kunnen waterschappen zelf kiezen of ze in het waarschuwingssysteem willen investeren. Op termijn komen de preciezere verwachtingen voor iedereen beschikbaar, verwacht het KNMI.
MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Unie van Waterschappen