secundair logo knw 1

De Lepelaarplassen in Flevoland, een Natura 2000-gebied I foto: Eva-Maria Kintzel via Wikimedia Commons

Is de essentiële ecologische informatie aanwezig voor het herstel van de natuur? Daarop gaat de net ingestelde Ecologische Autoriteit plannen toetsen, die onder meer door provincies en Rijkswaterstaat worden opgesteld. De kwaliteit van bodem, water en lucht speelt hierbij een rol.

De Ecologische Autoriteit start op 19 september met haar werkzaamheden. De nieuwe organisatie is onafhankelijk en kan gevraagd en ongevraagd advies geven. De focus ligt de komende tijd op het beoordelen van natuurdoelanalyses voor Natura 2000-gebieden en gebiedsprogramma’s, opgesteld door de provincies. Deze plannen zijn onderdeel van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Minister Christianne van der Wal-Zeggelink voor Natuur en Stikstof stuurde hierover op vrijdag 9 september een brief aan de Tweede Kamer, nadat de ministerraad groen licht had gegeven voor de instelling van de Ecologische Autoriteit voor een periode van acht jaar. “Dit houdt verband met het kabinetsvoornemen om met spoed de stikstofgevoelige natuur terug te brengen in een ‘gunstige staat van instandhouding’ ”, zegt Lourens Loeven. “Het doel is natuurherstel.” Loeven is directeur van de Ecologische Autoriteit en de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.).

Lourens LoevenLourens Loeven

Alle feiten op tafel
De natuur staat op veel plekken onder druk, vertelt Loeven. “Het kabinet wil de natuur uiteraard gezond hebben en dit moet ook gezien de PAS-uitspraak van de Raad van State. Wij kijken bij het toetsen van een plan voor natuurherstel eerst naar: is dit wat er aan de hand is in een gebied? En vervolgens naar: zijn de voorgestelde maatregelen de beste om de natuur gezond te maken?”

Volgens Loeven is de grootste meerwaarde van de inbreng van de Ecologische Autoriteit dat bevoegde gezagen goede besluiten nemen op basis van de juiste informatie. “Wij kijken of alle feiten voor zover die bekend zijn, op tafel liggen. Dit hoop je altijd, maar is in de praktijk best ingewikkeld. Door onze onafhankelijke toets gaat de kwaliteit van de besluitvorming omhoog. Dat is ook hard nodig omdat in gebiedsprogramma’s lastige maatregelen zullen zitten.”

Waterkwaliteit meegenomen
De maatregelen voor natuurherstel richten zich in de huidige eerste ronde vooral op stikstof en stikstofgerelateerde aspecten. Daarbij speelt de kwaliteit van bodem, water en lucht een rol. Willemijn Smal, werkgroepsecretaris bij de Ecologische Autoriteit, geeft een voorbeeld.

Willemijn SmalWillemijn Smal

“Droogte maakt de natuur nog gevoeliger voor stikstof en wordt daarom direct al meegenomen. Voor een robuuste natuur zullen rondom Natura 2000-gebieden vaak bufferzones moeten worden ingericht of uitgebreid. Dan gaat het ook om de watermaatregelen als het wijzigen van waterpeilen. Wij toetsen dan hoe geschikt dergelijke maatregelen zijn en of ze voldoende zijn.”

Op verzoek van het ministerie van LNV besteedt de Ecologische Autoriteit speciaal aandacht aan plannen voor beekdalen, waar ook maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) genomen worden. “Hier gaan maatregelen voor beekherstel en waterkwaliteit vaak hand in hand.”

 'Bij het beoordelen van een gebiedsprogramma kijken we naar de effecten van klimaat- en watermaatregelen op de ecologie'

In de gebiedsprogramma’s verwerken de provincies onder meer doelen op het gebied van klimaat en de KRW. Smal licht toe: “Zo’n programma kan bijvoorbeeld gelden voor Twente of de Veluwe of zelfs voor een hele provincie. Bij het beoordelen van een gebiedsprogramma kijken we dan naar de effecten van klimaat- en watermaatregelen op de ecologie en niet naar de effectiviteit van deze maatregelen op zich.”

Eerst natuurdoelanalyses beoordeeld
De Ecologische Autoriteit brengt advies uit aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincies, Rijkswaterstaat en het ministerie van Defensie. Andere partijen zoals waterschappen die behoefte hebben aan advies, kunnen dat via deze partijen aangeven.

Waarom wordt advies uitgebracht aan Rijkswaterstaat en niet aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat? Dat heeft te maken met de verantwoordelijkheid voor de 162 Natura 2000-gebieden in ons land. Loeven: “De partij die een natuurgebied in beheer heeft of als zogeheten voortouwnemer optreedt, vraagt ons om te adviseren over de natuurdoelanalyse. Het gaat meestal om een provincie en in een aantal gevallen om Rijkswaterstaat of Defensie.”

De Ecologische Autoriteit begint met het beoordelen van de natuurdoelanalyses en gaat zich daarna richten op de gebiedsplannen en -programma’s. Deze plannen zijn momenteel in de maak, vertelt Loeven. “De minister wil dat ze uiterlijk 1 juli 2023 af zijn. Dat is behoorlijk ambitieus. De provincies zijn er nu volop mee bezig. De regie-organisatie voor de transitie van het landelijke gebied op het ministerie van LNV helpt hen daarbij. Op basis van de plannen worden middelen verstrekt. Dat is ook een van de redenen dat de minister wil dat de plannen onafhankelijk worden gecontroleerd.”

Snelle start
De Ecologische Autoriteit is er gekomen op aanraden van het Planbureau voor de Leefomgeving. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage gevraagd om een plan van aanpak hiervoor op te stellen. “Dat hebben we gedaan samen met het kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit en de Taakgroep Ecologische Onderbouwing.”

Logo Ecologische Autoriteit

De uitvoering is neergelegd bij de Stichting Bureau Commissie voor de milieueffectrapportage. “De Ecologische Autoriteit hoeft niet vanaf nul te beginnen en kan daarom snel starten. We kunnen terugvallen op de bestaande werkwijzen van de Commissie m.e.r.”

Deskundigheid flexibel ingeschakeld
Steeds is een van de zeven voorzitters van de Commissie m.e.r. verantwoordelijk voor een advies van de Ecologische Autoriteit over een plan. “De inhoudelijke deskundigheid wordt van buiten gehaald”, zegt Loeven. “Bij elk advies zorgen we voor een werkgroep op maat. Hierin zitten deskundigen van kennisinstellingen die de voor een gebied relevante expertise hebben. We kijken dus flexibel naar wat er nodig is. Er is nu een bestand van zo’n 350 deskundigen en dat breiden we uit met ecologen van de samenwerkingspartners en andere kennisinstellingen.”

 'Onze adviezen zijn altijd openbaar en ook de stukken waarover we adviseren'

De onafhankelijkheid is gewaarborgd, benadrukt Loeven. “De voorzitters en externe deskundigen mogen op geen enkele manier betrokken zijn geweest bij het opstellen van een plan. Zij mogen zelfs niet in het gebied wonen waarover ze een advies geven. Ook is belangrijk dat onze adviezen altijd openbaar zijn. Dat geldt eveneens voor de stukken waarover we adviseren.”

Later ook brede ecologische vraagstukken
De eerste klus voor de Ecologische Autoriteit is het beoordelen van de handreiking voor het maken van een natuurdoelanalyse. “Hierin staat hoe zo’n analyse het beste kan worden gemaakt en welke inhoudelijke elementen erin thuishoren. Provincies en adviesbureaus hebben daarmee een vertrekpunt. Wij gaan adviseren over de handreiking die al is opgesteld. Dit advies publiceren we waarschijnlijk half oktober.”

Als het toetsen van natuurdoelanalyses en gebiedsprogramma’s goed verloopt, zal de Ecologische Autoriteit ook advies gaan geven over wetenschappelijke inzichten voor de besluitvorming van brede ecologische vraagstukken. Loeven: “Dan kunnen we integraler de Kaderrichtlijn Water en mogelijk de klimaatdoelen meenemen. Maar dit is nog toekomstmuziek. We vonden het verstandig om onszelf niet meteen te overladen.” 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.