Iets meer dan de helft van alle dijktrajecten voldoet momenteel nog niet aan de strengere veiligheidseisen die gelden voor de verwachte situatie in 2050. Dat concluderen de waterschappen en Rijkswaterstaat na afronding van de eerste landelijke beoordelingsronde van de primaire waterkeringen.
Zij hebben deze beoordeling uitgevoerd sinds in 2017 nieuwe normen voor waterveiligheid in werking zijn getreden. De 21 waterschappen en Rijkswaterstaat keken naar de dijken, sluizen en gemalen die worden aangeduid als primaire keringen voor de bescherming tegen overstromingen door hoogwater. Hiervoor gelden strengere eisen die vooruitlopen op de verwachte hogere kans op een overstroming in 2050.
Daaraan voldoet al bijna de helft van de dijktrajecten, blijkt uit de resultaten van de landelijke beoordelingsronde. Bij de rest van de trajecten is het nodig om dijken geheel of gedeeltelijk te versterken. Dat gebeurt in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en moet uiterlijk in 2050 zijn voltooid.
De beoordelingsresultaten zijn ingediend bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. De toezichthouder velt met behulp van een conformiteitscheck het uiteindelijke oordeel. Op basis daarvan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het landelijke veiligheidsbeeld. Hierin wordt ook een inschatting gegeven van wat de versterkingsopgave gaat kosten.
Nieuwe beoordelingsronde op komst
Het tot en met 2050 versterken en vernieuwen van de primaire waterkeringen wordt omschreven als de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. De waterschappen en Rijkswaterstaat pakken ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen aan, verspreid over zo’n 300 projecten. Volgens hen is het versterkingsprogramma al goed op stoom gekomen.
Alle primaire keringen worden eens in de twaalf jaar beoordeeld. Nu de eerste landelijke beoordelingsronde voorbij is, gaan de waterschappen en Rijkswaterstaat een tweede ronde tot 2035 voorbereiden. Daarin zullen zij de dijken en andere keringen controleren op basis van de meest actuele kennis, zoals de nieuwste klimaatscenario’s van het KNMI.
Dijken momenteel wel veilig
De primaire keringen die nog moeten worden versterkt, zijn volgens bestuurslid Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen op het ogenblik veilig. “De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. En als er een vermoeden is van een acute onveilige situatie grijpen ze direct in.”
Michèle Blom, directeur-generaal Rijkswaterstaat, wijst erop dat zonder dijken 60 procent van Nederland regelmatig zou overstromen. “Klimaatverandering laat zien dat werken aan waterveiligheid nooit af is. Deze dijkinspecties zijn ontzettend waardevol, omdat ze laten zien waar we aan de bak moeten om ervoor te zorgen dat ons land het best beveiligde land ter wereld blijft.”