De kwaliteit van het drinkwater was in 2019 over vrijwel de hele linie goed, constateert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In het kleine aantal gevallen dat er wel wettelijke normen werden overschreden, was de volksgezondheid niet in gevaar. De tien drinkwaterbedrijven scoren voor hun klantenservice gemiddeld tussen de 7,5 en 8,2.
De inspectiedienst publiceert jaarlijks een verslag over de drinkwaterkwaliteit in het jaar daarvoor en de algemene boodschap verandert eigenlijk niet. Het zit wel snor. Volgens de rapportage Drinkwaterkwaliteit 2019 van de ILT verrichten de tien drinkwaterbedrijven vorig jaar 616.548 metingen. Daarbij voldeed 99,9 procent van de monsters aan de wettelijke normen voor drinkwater na zuivering. In 2018 werd hetzelfde percentage gehaald.
Gering aantal normoverschrijdingen
In 655 watermonsters zijn er normoverschrijdingen aangetroffen. In de meeste gevallen (543) gaat het om concentraties van stoffen die geen gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Blijven er 112 over, waarbij in 103 de overschrijding een microbiologisch karakter heeft. Het betreft vooral legionellagroei in binneninstallaties van afnemers (86) en verder te hoge waarden voor E.coli-bacteriën en Enterococcen (samen 17). De overige negen normoverschrijdingen gaan over chemische parameters.
Steeds konden drinkwaterbedrijven met maatregelen een gezondheidsrisico voorkomen. Meestal door het nemen van herhalingsmonsters, het geven van kookadvies dan wel een ander advies aan getroffen klanten of het nemen van corrigerende maatregelen zoals spuien, spoelen en eventueel desinfecteren.
De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft in 2019 voor de tweede keer een extra inventarisatie op lood gedaan. Bij 1,2 procent van de metingen is de huidige wettelijke norm van 10 microgram per liter overschreden. Dat is nagenoeg gelijk aan de situatie in 2018. Eind 2022 gaat de norm omlaag naar 5 microgram per liter. Op basis daarvan zit er in 2,7 procent te veel lood in het drinkwater; het hoogste niveau in zes jaar. De verontreiniging wordt bijna altijd veroorzaakt door loden leidingen in oude woningen.
Prestaties onderling vergeleken
Naast de rapportage over de drinkwaterkwaliteit publiceerde de ILT ditmaal ook de driejaarlijkse prestatievergelijking tussen drinkwaterbedrijven. Het gaat om een benchmark, schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur van Waterstaat in een aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer. De bedrijven scoren volgens haar op veel punten gelijk of beter dan in 2012 en 2015.
De minister noemt de vier aspecten waarop de prestaties onderling worden vergeleken en hoe het daarmee in het algemeen staat:
1) Kwaliteit van het geleverde drinkwater: de eisen worden vrijwel altijd gehaald.
2) Klantenservice: het gemiddelde cijfer is tussen de 7,5 en 8,2 en de waterdruk bij alle drinkwaterbedrijven komt ruim boven het minimum uit.
3) Milieuaspecten van de drinkwatervoorziening:
* Elektriciteitsverbruik: er zijn grote verschillen door grondstofsoort, afstand en hoogtemeters;
* Reststoffen: gemiddeld worden 99,8 procent van de reststoffen nuttig gebruikt (doel is 100 procent);
* Lek- en spuiverliezen: dit is een aandachtspunt door (verwachte) droogte;
* Duurzaam inkoopbeleid: alle bedrijven letten goed op duurzaamheid.
4) Kostenefficiëntie en onderzoek en ontwikkeling: gemiddeld besteden drinkwaterbedrijven 1,7 procent van hun opbrengsten aan onderzoek en ontwikkeling. Drinkwaterinfrastructuur is een aandachtspunt voor de leveringszekerheid.
MEER INFORMATIE
Toelichting ILT op resultaten 2019
Kamerbrief minister plus ILT-rapporten
Reactie van VEMW
H2O-bericht: ILT over bedrijfsverslagen 2018