Het kabinet trekt zo’n 90 miljoen euro uit voor dijkversterking, rivierverruiming en gebiedsontwikkeling in met name Limburg. Dit houdt verband met een omvangrijk pakket aan investeringen in infrastructurele projecten.
Volgens het kabinet moet het risico op overstromingen zoals in de zomer van 2021 in Limburg, verder worden aangepakt. Daarom investeert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in de waterveiligheid van rivieren. In het bericht over de infrastructurele investeringen wordt opgemerkt dat het verstandig is om tegelijkertijd andere wateropgaven mee te nemen, zoals het verbeteren van de waterkwaliteit en de bevaarbaarheid.
Geld voor gebied Vierwaarden
De investeringen gaan met name naar de provincie Limburg. “Zo wordt 28,8 miljoen euro uitgetrokken voor het project Venlo-Vierwaarden, waar dijken worden versterkt en rivieren worden verruimd.” Ook wordt het stroomgebied van de Maas tussen Eijsden, Maastricht en de monding van de Geul aangepakt. “Het Rijk stelt 60 miljoen euro beschikbaar voor de rivierverruimingsopgave, de regio’s leggen bij om natuurdoelen te behalen en stadsontwikkeling te bevorderen.”
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat nam vorige week de startbeslissing voor het gebied Vierwaarden ten noorden van Venlo. Daarmee is officieel een procedure in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) in gang gezet. Als eerste stap verkennen de overheden in het gebied hoe een goed pakket aan maatregelen kan worden samengesteld, waarmee zowel de waterveiligheid als de ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit kunnen worden verbeterd. Dit duurt ongeveer drie jaar. Daarna volgt de planuitwerking.
Bereikbaarheid van nieuwe woningen
Het bedrag voor de Limburgse waterveiligheid vormt een bescheiden onderdeel van het totale pakket aan investeringen in infrastructuur dat het kabinet gisteren aankondigde. Hieraan besteedt het Rijk 7,5 miljard euro, terwijl ook gemeenten en provincies een forse bijdrage van ongeveer 5 miljard euro leveren. Dat geld gaat voornamelijk naar het aanleggen van nieuwe en het verbeteren van bestaande spoorlijnen, wegen en fietspaden. Dit gebeurt in alle delen van het land.
“Het doel is goede bereikbaarheid en ontsluiting van 400.000 nieuw te bouwen woningen tot en met 2030”, aldus de toelichting in het bericht. Het Rijk steekt 6 miljard euro in zeventien grootschalige woningbouwlocaties en 1,5 miljard euro in de versnelling van 105 projecten. Een onzekere factor is de stikstofproblematiek. Het kabinet geeft aan hard te werken aan oplossingen, zodat de natuur kan herstellen en investeringen in wegen en sporen kunnen doorgaan.