Het kabinet is ‘zeer kritisch’ over het in februari gepresenteerde actieplan van de Europese Commissie met als doelstelling een einde maken aan bodemberoerende visserij in beschermde gebieden. Dit schrijft minister Piet Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) in een brief aan de Tweede Kamer.
Met haar actieplan wil de Europese Commssie de duurzaamheid en weerbaarheid van de visserij- en aquacultuursector verbeteren. Daartoe moet de impact van de visserij op mariene ecosystemen verkleind worden. Doel van het actieplan is dat 30 procent van de Europese zeeën in 2030 wettelijk en effectief beschermd worden.
In de beschermde gebieden zou bodemberoerende visserij stapsgewijs verboden worden. Het is aan de lidstaten om zelf (of samen met aangrenzende landen) maatregelen voor te stellen om de doelen te verwezenlijken. Het kabinet heeft nu, na vragen uit de Tweede Kamer, aangegeven ‘zeer kritisch’ te staan tegenover het voorstel van de Europese Commissie.
Hoewel Nederland volgens minister Adema de benodigde instandhoudingsmaatregelen in de te beschermen gebieden wil nemen, ontbreekt volgens het kabinet de nuance in het voorstel. Daarbij wijst Adema met name op de verschillen tussen zeebekkens en -bodems en tussen verschillende visserijtechnieken. “Ook wordt voorbijgegaan aan de sociaal-economische impact van de maatregelen op de lidstaten.”
Nederland heeft de Europese Commissie gevraagd, schrijft Adema, om de ontwikkeling van technische innovaties te stimuleren en alleen wetenschappelijk onderbouwde maatregelen te nemen.
Afrondend stelt de minister dat er bij het ontbreken van een voldoende inzichtelijke onderbouwing en een sociale impactanalyse, geen sprake kan zijn van een algemeen verbod van bodemberoerende visserij in alle beschermde gebieden. “Daarbij zal ik pleiten voor maatregelen die rekening houden met een nuancering tussen zeebodems en -bekkens, visserijtechnieken en met oog op een toekomstperspectief voor de sector.”