Door actuele kaartbeelden van grondwaterstanden te combineren met de ligging van natuurgebieden wil kennisinstituut Deltares de grootste risico’s van de droogte – en de invloed van grondwaterstandsverlaging – documenteren.
Vooral in het zuiden en oosten van het land zijn de grondwaterstanden erg laag voor de tijd van het jaar met navenante gevolgen voor de natuur.
Droogte en hitte leiden tot natuurschade, stelt Dimmie Hendriks, onderzoeker bij Deltares. “Beken vallen droog en bomen en planten hebben te lijden onder een gebrek aan vocht. Deze natuurschade wordt deels veroorzaakt door lage grondwaterstanden als gevolg van lange perioden van droogte. Wij wilden die effecten preciezer in kaart brengen en als mogelijk ook voorspellen.”
“Vooral het zuiden en het oosten van het land kennen veel grondwaterafhankelijke natuur”, vervolgt Hendriks. “Dit zijn veelal gebieden waar geen oppervlaktewater kan worden aangevoerd, waar dat in het westen nog vaak kan. Vooral in het zuiden en het oosten zien we dit jaar dat de grondwaterstanden lager zijn dan gebruikelijk. In het noorden is het neerslagtekort minder groot, waardoor de grondwaterstanden minder sterk zijn verlaagd en de gevolgen voor natuur nog mee lijken te vallen.”
Het fenomeen droogte is niet nieuw. Ook in 2018 en 2019 waren er langere droge periodes. “We zien dat die jaren schade aan de natuur hebben toegebracht. Of dit jaar even erge gevolgen gaat hebben, is nog niet vast te stellen. Maar de droogte houdt nog aan, dus de kans lijkt me reëel aanwezig.”
Om gevaren voor de natuurgebieden door droogte te voorkomen of zoveel mogelijk te vermijden, dienen volgens Hendriks structurele maatregelen te worden genomen. Zo pleit ze voor aan de invoering van bufferzones rond natuurgebieden waar de grondwaterstand flink wordt verhoogd. “Je zou dan wel per regio of zelfs per gebied moeten nagaan hoe groot die buffers moeten zijn en hoe hoog de grondwaterstand moet zijn voor de natuur in dit gebied. Het kan gaan om gerichte maatregelen, waar de natuur van profiteert.”