Zo’n 42 procent van het Nederlands landbouwareaal is aangewezen als met nutriënten verontreinigd gebied. Dat percentage zal nog toenemen als de gebieden op 1 januari 2024 definitief worden vastgesteld. Dat blijkt uit de brief die landbouwminister Piet Adema naar de Tweede Kamer heeft gestuurd over de derogatieregeling. Aanvullende verontreinigde gebieden bevinden zich in de werkgebieden van de waterschappen Noord-Hollands Noorderkwartier, Delfland en Brabantse Delta.
De bewindsman reageert in de brief op de kritiek van de Europese Commissie op het tempo waarin Nederland de uitzonderingspositie op de Nitraatrichtlijn (derogatie) afbouwt. Dat gaat naar de zin van Brussel niet snel genoeg, Nederland zou zich niet aan afgesproken deadlines houden. Die kritiek zorgde ervoor dat Adema gisteren (vrijdag) zijn bezoek aan de internationale vakbeurs Grüne Woche in Berlijn afbrak om in de ministerraad de Europese kritiek op het gevoelige derogatiedossier te bespreken.
De uitkomst is dat Adema bakzeil haalt. “Naar aanleiding van de zorgen en de gesprekken daarover met de Europese Commissie, zie ik geen andere optie dan terug te komen op het tijdpad van eerder aangekondigde voornemens”, schrijft hij de Kamerbrief. “Dan heb ik het over het inzaaien van vanggewassen en de invoering van de bufferstroken waarop niet bemest mag worden.”
In de brief kondigt de minister een versnelling van maatregelen aan (aanleg bufferstroken en inzaaien vanggewassen) die in boerenkring al tot verontwaardigde reacties heeft geleid.
Verontreinigde gebieden
Maar de Europese Commissie kijkt ook kritisch naar de aanwijzing van de met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden). In de derogatiebeschikking is opgenomen dat Nederland deze gebieden, waar de derogatie versneld moet worden afgebouwd, aanwijst. Daarbij geldt dat op 1 januari 2024 de gebieden definitief moeten zijn vastgesteld.
Adema moet in de aanwijzing tempo gaan maken. In 2022 zijn gebieden aangewezen, en nu zijn er nieuwe bijgekomen. De minister komt op basis van een advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) en de KRW-beoordeling van de oppervlaktewaterkwaliteit, op aanvullende verontreinigde gebieden in de waterschappen Noord-Hollands Noorderkwartier, Delfland en Brabantse Delta, zo blijkt uit de Kamerbrief. “Ik kies voor aanwijzing op waterschapsniveau omdat het op dit moment niet mogelijk is om te komen op een afbakening op een lager schaalniveau”, legt Adema uit.
Het resultaat is dat zo’n 42 procent van het Nederlands landbouwareaal is aangewezen als verontreinigd gebied. Voor boeren in deze gebieden gaat het ‘lagere derogatieregime’ gelden, aangevuld met maatregelen voor vanggewasverplichting na maïsteelt en voorwaarden voor scheuren van grasland, schrijft de landbouwminister. Daarmee moet de belasting van het water met nitraat versneld afnemen.
Definitieve aanwijzing
Voor de definitieve aanwijzing per 1 januari 2024 gaat Adema nog verder kijken naar die gebieden waarin sprake is van verontreiniging of het risico op verontreiniging door nitraten en fosfor uit agrarische bronnen. “Die gebieden omvatten alle toestroomgebieden waar de waterkwaliteit gemiddeld of incidenteel niet voldoen of het risico lopen te worden verontreinigd te worden. Dit geldt voor zowel grondwater als voor oppervlaktewater.”
De bewindsman gaat erbij daarbij vanuit dat het areaal ‘verontreinigde gebied’ nog groter wordt dan de 42 procent die nu is aangewezen. “De aanwijzing van de extra NV-gebieden heeft vooral voor melkveehouders in die gebieden directe gevolgen”, schrijft de minister. Deze boeren zullen hun bedrijfsvoering sneller moeten aanpassen.
STAPSGEWIJS AFBOUWEN
De derogatieregeling biedt boeren de mogelijkheid meer mest (lees stikstof) uit te rijden op hun land dan de Europese norm van 170 kg per hectare. De uitzondering werd in de afgelopen decennia periodiek verlengd voor Nederland en enkele andere landen, maar vorig jaar bepaalde de Europese Commissie dat de ontheffing in ons land tot 2026 stapsgewijs moet worden afgebouwd. In verontreinigde gebieden moet dat versneld gebeuren.
De beschikking is vooral een signaal dat verbetering van de waterkwaliteit meer prioriteit moet krijgen in Nederland. Daarmee gaat het niet goed. Nederland gaat de doelen van de Europese Kaderichtlijn Water (KRW) niet halen en een van de oorzaken is de uitspoeling van nitraat. De daling van nitraatconcentraties in uitspoelingswateren stagneert en in sommige regio’s stijgen ze zelfs weer. Dit terwijl de Nitraatrichtlijn bedoeld is om de nitraatuitspoeling uit de landbouw en eutrofiëring van oppervlaktewater door nutriënten uit mest te verminderen en verdere verontreiniging van grondwater met nitraat te voorkomen.
CORRECTIE OP 25/01
Dat de aanwijzing van nieuwe verontreinigde gebieden gebaseerd is op inbreng door waterschappen is niet juist, stelt het Hoogheemraadschap van Delfland. "In de brief wordt weliswaar het gehele grondgebied van Delfland aangewezen als een zogenaamd “nutriënten verontreinigd gebied”: maar voor deze aanwijzing hebben wij geen inbreng geleverd (wij zijn niet geconsulteerd). Deze doet ook geen recht aan de verschillen in deelgebieden en de meerjarige verbetering van de waterkwaliteit in het agrarisch gebied van Delfland."
Een en ander is aangepast in het artikel.