De grondwaterstanden bevinden zich door de bank genomen op een normaal niveau bij de start van het droogteseizoen. Alleen op een aantal plekken in vooral het oosten en zuiden van het land is het nog aan de droge kant. Dat blijkt uit de droogtemonitor voor grondwater van ingenieursbureau Aveco de Bondt. Dat de situatie nu na een natte winterperiode is genormaliseerd, biedt echter geen zekerheid voor een volgende keer.
De huidige grondwatersituatie is goed nieuws voor boeren, natuur, industrie en andere belangen. Zo’n snel herstel na de kurkdroge zomer van vorig jaar had Maarten Kuiper, leidend expert water en ondergrond bij Aveco de Bondt, eigenlijk niet verwacht. “De afgelopen maanden is vrij veel neerslag gevallen, maar het was ook geen zeiknatte winter.”
Het omslagpunt was volgens Kuiper de maand januari toen het op heel wat dagen aanhoudend regende. “In veel gebieden steeg de grondwaterstand met decimeters.” Hij baseert zich daarbij op de eigen droogtemonitor van Aveco de Bondt, waarin de meetgegevens van zo’n 20 duizend peilbuizen zijn opgenomen.
In februari was er daarentegen vrij weinig neerslag. Het effect was beperkt. “Een droge wintermaand pakt heel anders uit dan een droge zomermaand. De grondwaterstanden zakten niet erg uit. Kennelijk viel de afvoer mee. Dat laat zien dat wij in ons land met slim waterbeheer daarop zelf invloed hebben.”
Op normaal niveau
Terug naar eind augustus. Het neerslagtekort was op dat moment groter dan in 2018, circa 20 millimeter meer. Kuiper: “De uitzonderlijke droogte leidde tot lage of extreem lage grondwaterstanden in heel het land: duingebieden, hoge zandgronden, riviergebieden en polders. Deze standen daalden afgelopen zomer tot beneden de laagste grondwaterstand in 2018.”
De droogte duurde korter dan in 2018 want in september regende het al flink. In combinatie met enkele natte periodes in de winter heeft dit ervoor gezorgd dat het grondwater nu op de meeste locaties is hersteld (zie de kaart onderaan). “Ze staan op een ‘normaal’ niveau.”
Er is een beperkt aantal uitzonderingen - met name in Noord-Brabant - waar het momenteel meer dan 10 centimeter droger is dan normaal (de rode gebieden op de kaart). Dat valt mee, vindt Kuiper. “Het gaat niet om een spectaculaire hoeveelheid. Wel is bekend dat in Brabant relatief veel grondwater wordt onttrokken. Het lijkt erop dat we dit terugzien in onze monitor. Ook hier is terughoudendheid met grondwateronttrekking onverminderd nodig.”
Geen zekerheid
Volgens Kuiper moet ons land structureel rekening houden met grondwaterdroogte. “Dat de situatie nu na een natte periode is genormaliseerd, is geen zekerheid. Een volgende keer kan zomaar een drogere winterperiode volgen en daarmee langdurige grondwaterdroogte in vooral de hogere delen van Nederland.”
Daarom is blijvend aandacht nodig voor maatregelen om water vast te houden en te infiltreren. Ook moeten gebieden weerbaar tegen droogte worden gemaakt op basis van het principe ‘water en bodem sturend’. “De laatste jaren is al veel ervaring opgedaan met creatieve oplossingen, nu is het tijd voor opschaling.”
Toenemende fluctuatie
De klimaatverandering zorgt voor een grilliger neerslagpatroon, zegt Kuiper tot slot. “Volgens meteorologen bevindt Nederland zich op een kantelpunt tussen enerzijds het zuiden van Europa dat structureel droger wordt en Scandinavië dat juist steeds natter wordt. Het kan bij ons jaarlijks variëren welke kant het opgaat.”
Hierdoor wordt de grondwatersituatie ook anders. “Wat als het uitgangspunt in de zomer normaal is in plaats van extreem laag? Dan zouden de grondwaterstanden in de winter juist bovennormaal hoog zijn. We moeten rekening houden met een toenemende fluctuatie, met in het ene jaar droogte en lage grondwaterstanden en in het andere jaar veel neerslag en hoge grondwaterstanden. Het kan dus allebei. Dat is soms lastig uit te leggen aan bewoners en bestuurders.”
LEES OOK
H2O Actueel (29 maart): Gunstige uitgangssituatie droogteseizoen