Als de aarde sterk opwarmt, is de bovengrens aan de zeespiegelstijging lager dan eerder werd ingeschat. Dit blijkt uit een internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit Utrecht.
De bovengrens in 2100 is met 30 centimeter naar beneden bijgesteld ten opzichte van het niveau waarvan nog wordt uitgegaan in het zesde Assessment Report van het VN-klimaatpanel IPCC. Volgens de raming van de onderzoekers kan de gemiddelde zeespiegelstijging wereldwijd uitkomen op 1,3 tot 1,6 meter aan het eind van deze eeuw. De voorspelling geldt voor scenario’s met een sterke opwarming van de aarde.
Misschien 10 meter in 2100
In het onderzoek is ook gekeken naar het worst case scenario in 2300. Dan is een als catastrofaal omschreven zeespiegelstijging van 9 tot 10 meter niet uit te sluiten. Het afbreken van de grote Antarctische ijskappen aan het eind van deze eeuw, gevolgd door een grotere afvoer van ijs, kan bij een sterke opwarming leiden tot deze stijging. Worden de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs voor de beperking van de broeikasgasuitstoot gehaald, dan valt de zeespiegelstijging in 2300 fors lager uit: 2,2 tot 2,5 meter.
Het onderzoek is uitgevoerd door een internationale groep van 28 wetenschappers en kustbeheerders, onder wie Roderik van de Wal (hoogleraar Universiteit Utrecht) en Marjolijn Haasnoot (senior-onderzoeker Deltares). Zij werken samen in de Grand Challenge on Regional Sea Level Change and Coastal Impacts van het World Climate Research Programme. Over hun bevindingen hebben ze het artikel A high-end estimate of sea-level rise for practitioners gepubliceerd in Earth’s Future.
Betere onderbouwing
De nieuwe schattingen zijn gebaseerd op verschillende soorten bewijs en waarschijnlijkheid voor elke zeespiegelcomponent, inclusief de Antarctische ijskap. Van de Wal die de hoofdauteur van de studie is, heeft het over voortschrijdend inzicht. Volgens hem is er een betere onderbouwing voor de bovengrens aan zeespiegelstijging gevonden dan in het rapport van het IPCC. “Daarom ga ik ervan uit dat deze bevindingen worden opgenomen in het volgende IPCC-rapport.”
LEES OOK
H2O Actueel: Interview Marjolijn Haasnoot en Bart van den Hurk