De overstromingen die Limburg in de zomer van 2021 troffen, waren voor een deel van de inwoners een complete verrassing. Zij hadden zich hier dan ook niet allemaal op voorbereid en liepen veel schade op. Dat blijkt uit een onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) en Deltares.
Duidelijke, tijdige en meer locatie-specifieke informatie over overstromingsgevaar kunnen het risicobewustzijn van burgers vergroten, concluderen de onderzoekers. En een groter risicobewustzijn zorgt ervoor dat burgers zich beter op overstromingen voorbereiden, waardoor de schade - en de stress - wordt beperkt.
Het bieden van handelingsperspectief is daarbij belangrijk, zegt VU-onderzoeker Thijs Endendijk. "Blijf binnen, verplaats je bezittingen naar de eerste etage, zet je auto op een veilige plek. We zagen dat mensen die bekend waren met de overstromingsrisico’s omdat ze bijvoorbeeld wel eens websites hierover hadden bezocht, bijna twee keer zo vaak maatregelen troffen dan mensen die dat niet waren."
Schade
Om lessen voor de toekomst te kunnen trekken naar aanleiding van de overstromingen in Limburg, zijn onderzoekers van de VU, Deltares, de TU Delft, HKV Lijn en Water en Kantar Public begin dit jaar een onderzoek gestart. Als eerste verstuurden ze een vragenlijst naar 11.000 Limburgse huishoudens en bedrijven. Ongeveer de helft hiervan bevond zich in het overstroomde gebied, de andere helft in een gebied dat niet overstroomd is maar waar wel een noodverordening van kracht was. In totaal vulden 72 bedrijven en 1513 huishoudens de vragenlijst in.
Met name langs de Geul heeft het water veel schade veroorzaakt, zo blijkt uit de respons. Het drong met hoge snelheid de woning binnen; bij een derde van de getroffen huishoudens bereikte het water zelfs binnen één uur het hoogste punt. Veel inwoners werden hierdoor verrast, waardoor noodmaatregelen nauwelijks meer mogelijk waren. "Daar valt bijna niet tegenop te boksen", aldus Endendijk.
De schade aan woningen en inboedels was hier, en langs de Roer, ook hoger dan langs de Maas, met een gemiddelde van respectievelijk 65.000 euro en 17.000 euro. Huishoudens verwachten ongeveer 60 procent hiervan vergoed te krijgen door verzekeraars, de overheid (Wet Tegemoetkoming Schade bij Rampen) en het Rampenfonds.
Waarschuwingen
Bijna de helft van de bewoners in het bedreigde gebied zegt tijdens de overstromingen geen waarschuwingen te hebben gekregen. De waarschuwingen bevatten bovendien vaak weinig informatie over mogelijke maatregelen.
Waar dat wel het geval was, had de boodschap duidelijk effect. Zo gaf ruim driekwart van de huishoudens langs de Maas gehoor aan de oproep tot preventieve evacuatie.
Inwoners die zich vooraf hadden geïnformeerd over overstromingsrisico’s, plaatsten bijvoorbeeld zandzakken, gebruikten een waterpomp of verhuisden hun bezittingen naar de eerste verdieping. Met name die laatste maatregel zorgde ervoor dat de schade per huishouden met 20 tot 50 procent verminderde.
"Dat onderstreept hoe belangrijk het is om burgers vooraf over de risico’s te informeren", stelt Endendijk. Hij ziet daarin een taak voor waterschappen, gemeenten en veiligheidsregio’s. "Niet alleen in Limburg, maar ook in andere delen van Nederland waar bijvoorbeeld nieuwe woningen gebouwd worden."
LEES OOK:
Artikel op website Deltares