secundair logo knw 1

Eind 2019 kreeg Gemaal De Noord op Tholen een vispassage. Foto Rijkswaterstaat

Met de aanleg van vispassages bij stuwen en gemalen is een groot aantal rivieren, beken en boezemwateren weer bereikbaar gemaakt voor trekvissen. Maar elfhonderd knelpunten (40 procent van het totaal) ontberen nog zo’n voorziening. Vooral polderwateren zijn daardoor onbereikbaar.

Dat blijkt uit een onderzoek van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO), dat zich baseert op gegevens van onder andere Rijkswaterstaat en de waterschappen.

Voor veel vissoorten is de migratie tussen verschillende wateren belangrijk voor de verschillende stadia in hun leven, schrijven de onderzoekers. Zo zijn er trekvissen die van de zee naar kleine beken trekken, maar ook die tussen grote en kleine rivieren of tussen polder- en boezemwater migreren. Obstakels als stuwen, gemalen en waterkrachtinstallaties bemoeilijken die trektocht.

Verbetering van de vismigratie is een randvoorwaarde om uiterlijk in 2027 de ecologische doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Jaarlijks worden nu ongeveer honderd vispassages aangelegd, berekenden de onderzoekers.

In de regionale wateren telden zij er inmiddels zestienhonderd, bij circa 60 procent van het totale aantal knelpunten. Bij elfhonderd knelpunten, 40 procent dus, is er nog geen voorziening.

Vismigratierivier
De grote rivieren en een deel van de beken zijn volgens de onderzoekers bereikbaar via het IJsselmeer, de Nieuwe Waterweg, de Eems en de Westerschelde. Met aangepast schut- en spuisluisbeheer en een vispassage bij Den Oever is nu al 'enige migratie' via de Afsluitdijk mogelijk. In 2024, als de vismigratierivier gereed is, moet een groot deel van de Nederlandse wateren bereikbaar zijn voor soorten die vanaf zee migreren.

Het Kierbesluit voor het Haringvliet maakt sinds 2019 vismigratie beperkt mogelijk tussen de Noordzee en het Rijn-Maasstroomgebied. De Rijn en de Maas zijn in principe bereikbaar dankzij vispassages bij de grote stuwen. Daarbij plaatsen de onderzoekers wel een kanttekening: jonge zalm en paling, die stroomopwaarts met de hoofstroom mee gaan, overleven de stuwen en gemalen vaak niet.

Polderwateren
In de polders in het lage deel van Nederland, waar het water wordt uitgemalen naar de boezemwateren, is nog het nodige werk te doen. De boezemwateren zijn vaak wel bereikbaar, veel polderwateren (sloten, meren) niet. Voor soorten als de paling, de driedoornige stekelbaars en spiering zijn die wel van belang. 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.