Het is voor 63 procent van de Nederlanders onduidelijk wat de voornaamste onderwerpen bij hun eigen waterschap zijn. Als mensen wel goed op de hoogte zijn van de taken, vinden zij bijna allemaal dat het werk van het waterschap belangrijk is.
Dit blijkt uit de resultaten van een tussen 2 en 6 maart gehouden peiling van EenVandaag. Hieraan deden bijna 25.000 leden van het opiniepanel van de actualiteitenrubriek van AVROTROS mee.
Aan de vooravond van de waterschapsverkiezingen is de onbekendheid met het werk van de waterschappen nog groot, wordt gesteld in het bericht van EenVandaag. Naast het feit dat 63 procent van de ondervraagden niet weet welke thema’s er spelen, is voor 46 procent sowieso onduidelijk welke taken waterschappen hebben.
Er is de nodige kritiek op de informatievoorziening over de verkiezingen van 15 maart. Veel mensen missen informatie op maat over de partijen en hun standpunten. Ook wordt gewezen op een gebrek aan toegankelijke informatie.
Wel groei van bekendheid
De bekendheid met wat waterschappen doen, neemt wel toe. Bij een eerdere peiling in 2015 was nog liefst 91 procent niet op de hoogte van de belangrijkste onderwerpen. Ook vindt bijna iedereen (92 procent) die weet wat precies de taken zijn, het werk van de waterschappen belangrijk. Slechts 4 procent heeft een tegenovergestelde mening.
Een derde van de deelnemers aan de enquête geeft aan dat de aankomende verkiezingen belangrijker zijn dan die van 2019. Zij noemen klimaatverandering als voornaamste reden. Van een beperkt aantal panelleden (6 procent) hoeven de waterschapsverkiezingen helemaal niet. Volgens hen zouden waterschappen moeten worden bestuurd door deskundigen.
Weinig zorgen over overstromingen
Er is ook gevraagd naar hoe de leden van het opiniepanel aankijken tegen het gevaar van overstromingen. Ongeveer 15.000 deelnemers wonen in een gebied met een kleiner of groter overstromingsrisico, maar een derde blijkt zich daarvan niet bewust. Verder maakt maar 20 procent zich zorgen over overstromingen en een overgrote meerderheid (79 procent) niet. Deze groep vertrouwt op een goed onderhoud van de dijken en nieuwe technische oplossingen in de toekomst.
De ondervraagden reageren sterk verdeeld op de vraag of er nieuwe huizen kunnen worden gebouwd in gebieden waar een overstromingsrisico aanwezig is. Dit wordt door 52 procent een slechte zaak gevonden, terwijl 40 procent wel voor bouwen is. De woningnood is het belangrijkste argument om bouwplannen door te laten gaan.