In de aanpak van de droogte in de Achterhoek past waterschap Rijn en IJssel een nieuw instrument toe: verondiepen van kleine watergangen. In de natuur wordt de maatregel al langer toegepast, maar nu gebeurt het ook in landbouwgebieden. Op het perceel van melkveehouder Erwin Nijrolder in het kerkdorp Vragender werd dinsdag een sloot onder handen genomen.
Het besluit om de watergang te verondiepen werd na enkele jaren experimenteren met stuwen genomen. “We hebben eerst stuwen geplaatst, maar vanaf dag één was het ons eigenlijk al duidelijk dat de sloot verkeerd in het landschap ligt”, legt gebiedsmakelaar Daniël Nieuwenhuis uit. De sloot met een diepte van zo’n twee meter heeft een drainerende werking op het perceel van Nijrolder - de diepe watergang trekt het grondwater weg.
Geen issue
De sloot is er gelegd tijdens de ruilverkaveling in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen het waterbeheer zich richtte op de snelle afvoer van water en water vasthouden geen issue was. Nu wel, na de vierde droge zomer in vijf jaar. “Het systeem is gemaakt om water af te voeren, maar daarin zijn we te ver doorgeslagen. Door de extreme droge jaren kijken we anders naar het waterbeheer. Nu zeggen we: het is doodzonde dat die diepe sloot met drainerende werking daar ligt”, zegt Peter Schrijver, dagelijks bestuurder van Rijn en IJssel.
Het waterschap kwam in overleg met betrokken boeren tot de conclusie dat verondieping van de watergang, eigendom van het waterschap, de beste oplossing is om water vast te houden in het gebied. Dat gebeurde op basis van een gedegen bodemanalyse en de ervaringen met de droogtestuwtjes, vertelt Nieuwenhuis. “Die stuwtjes werkten wel, maar de effecten hielden na 20 tot 30 meter op, want het is hier een heel hellend gebied, met een snel reagerend watersysteem.”
In samenspraak met de boeren werd gekozen voor een permanente oplossing. Met verondiepen van de sloot zou de drainerende werking worden geremd en het herstelvermogen van de bodem vergroot, een meer aantrekkelijke verbetering dan werken met droogtestuwtjes.
Cruciaal
Dat de boeren in het gebied ‘de oplossing dragen’ is belangrijk, zegt Nieuwenhuis. “Wij als waterschap kunnen wel kansen zien, maar de ervaringen van de mensen in het gebied is cruciaal. Als onze oplossing niet begrepen wordt, dan krijg je weerstand.”
Verondiepen is één van de ingrepen die het waterschap neemt in het kader van het programma 'Elke druppel de grond in'. “Hoofdkoers is om van het water 100 millimeter extra vast te houden. Dat doen we door stuwen te plaatsen. Dat gaat goed. Maar er moet meer gebeuren. Vooral in de haarvaten, in de kleine systemen zoals hier in Vragender”, legt Schrijver uit.
Maatwerk is de sleutel, specifieke ingrepen op basis van onderzoek gericht op analyse van de bodem. In het hele werkgebied praat het waterschap met grondeigenaren om tot de beste ingrepen te komen. De maatregelen zijn divers: stuwtjes, verondiepen van watergangen, skippyballen in duikers, gestuurde drainage, verhogen van het organische stofpercentage in de bodem om zo water beter vast te houden.
Verondiepen van watergangen, een vrij dure ingreep, zou soelaas kunnen bieden in 7 tot 8 soortgelijke locaties als in Vragender, zegt Nieuwenhuis. "Die zullen aansluitend voorbereid en richting uitvoering komen. Maar alleen als de betrokken grondeigenaren dat ook zien. Dan pas gaan we schakelen."
Nieuwe balans
Het credo 'in overleg met grondeigenaren' geldt niet alleen voor de boeren, maar ook natuureigenaren, particulieren en landgoedbezitters, zegt Schrijver. Daarbij is het wel zaak om niet alleen naar droogte te kijken, over een maand kan het kletsnat zijn en dan moet de waterafvoer ook goed werken. “We proberen een nieuwe balans te vinden. Je moet weten wat de risico’s zijn van de maatregelen die je nu neemt.”
Het waterschap heeft voor het droogteprogramma vooralsnog 5,5 miljoen euro uitgetrokken. Nu al is duidelijk dat dat lang niet genoeg is, de komende jaren moeten er miljoenen bij.
Schrijver: “Dit pogramma is maar een onderdeel van de droogteaanpak. We hebben alle Natura-2000-gebieden al hersteld in de afgelopen jaren en daar zijn tientallen miljoenen euro’s in gaan zitten. Nu zijn we in de landgoederenzone bezig en dat project kost 10 miljoen euro. Op jaarbasis besteden we schat ik 5 á 6 miljoen aan dit soort droogtemaatregelen. Ik denk dat die budgetten moeten worden geïntensiveerd. En we hebben geen keuze. Als we het niet doen, dan worden de schades aan landbouw, natuur en ook woningen veel en veel te groot.”