secundair logo knw 1

Een medewerker van Waterschap Zuiderzeeland in actie I foto: Beeldbank A&O fonds Waterschappen / Kees Winkelman

Het aantal medewerkers in de sector waterschappen is met 5,2 procent gegroeid tussen 2020 en afgelopen jaar. Dit blijkt uit de HR-monitor 2022 die A&O fonds Waterschappen heeft gepubliceerd. Zorgpunten zijn dat een deel van de vacatures moeilijk kan worden vervuld en het ziekteverzuim is toegenomen.

Tegen het eind van vorig jaar waren er volgens de HR-monitor 2022 welgeteld 14.457 medewerkers in dienst bij de 21 waterschappen en de 14 hiermee gelieerde organisaties (waterlaboratoria, regionale belastingkantoren en sectororganisaties). Bijna 90 procent heeft een vaste aanstelling. De toename van het personeelsbestand sinds de vorige HR-monitor voor 2020 is in fulltime-equivalenten nog iets groter: met 5,7 procent tot 13.602 fte’s (zie factsheet).

Instroom aanzienlijk groter dan uitstroom
Het tekent de groei die de sector doormaakt, zegt Bart de Zwart, fondsmanager van A&O fonds Waterschappen. Hij wijst op de instroom die in 2022 met 11,7 procent van de bezetting beduidend groter was dan de uitstroom van 9,2 procent. “Deze ontwikkeling zien we eigenlijk al een groot aantal jaren in de sector.”

Bart de Zwart         Bart de Zwart                (foto: Kees Winkelman)

De groei is volgens De Zwart goed te verklaren. “Bestaande taken brengen meer werk met zich mee en daarnaast komen er nieuwe taken bij.” Wat het eerste betreft noemt hij de omvangrijke dijkversterkingsopgave. Ook worden de kwaliteitseisen voor gezuiverd afvalwater steeds hoger. “Hierdoor zijn aanpassingen aan de waterzuiveringsinstallaties nodig of soms nieuwbouw. Dat vraagt de nodige voorbereidingen.”

Nieuwe taken zijn er onder andere door de ambitie van de waterschappen om energieneutraal te worden, de digitale transformatie en het vasthouden van water voor de toenemende periodes van droogte. “Al deze ontwikkelingen vergen gewoon extra handjes. Dat is over de hele breedte in de sector te zien, bij elke organisatie.”

Deel vacatures moeilijk vervulbaar
Gevolg is dat het percentage vacatures ten opzichte van de bezetting in twee jaar tijd fors is gestegen: van 12,4 naar 17,4 procent. Dat levert de nodige problemen op, vertelt De Zwart. “De vacatures voor ICT- en data-beroepen zijn bijvoorbeeld moeilijk vervulbaar. Verder zorgt de toename van het aantal vacatures voor een enorme belasting voor HR-afdelingen.”

Een ander punt van zorg is de stijging van het ziekteverzuim van 4,5 procent in 2020 naar 5,5 procent in 2022. “Het is een beetje een landelijke trend. De vraag is of hierin ook een corona-effect zit.” Het A&O fonds wil een beter beeld krijgen van de redenen voor het groeiende ziekteverzuim. “We gaan hiervoor nadere analyses doen.”

Meer aandacht voor leren en ontwikkelen
De Zwart noemt als positief punt dat de organisaties in 2022 1,6 procent van de loonsom hebben besteed aan collectieve opleiding en ontwikkeling, een duidelijke toename ten opzichte van de 1,3 procent van twee jaar eerder. Dit is nog zonder het persoonsgebonden budget (PPB) van 6.000 euro die iedere medewerker eens in de vijf jaar kan besteden. De organisaties geven hieraan eveneens meer uit (1,1 procent van de loonsom). Een derde van de medewerkers deed afgelopen jaar een beroep op het PPB.

Dit kan voor een deel gerelateerd aan corona zijn, merkt De Zwart op. “Het was in 2020 moeilijker om fysieke opleidingen te volgen door de coronatijd. De cijfers duiden erop dat bij medewerkers de aandacht voor leren en ontwikkelen weer toeneemt.”

Lichte verjonging van sector
Nog enkele andere wetenswaardigheden uit de HR-monitor 2022. Twee derde van de medewerkers (67,9 procent) is man en een derde vrouw (32,1 procent). Deze verhouding wordt langzaam wat minder scheef, vertelt De Zwart. “Maar het is geen grote verschuiving.”

Hij signaleert aan de hand van een aantal cijfers een lichte verjonging in de behoorlijk vergrijsde sector. De instroom van jongeren tot en met 34 jaar daalde licht in 2022, maar hetzelfde geldt voor het aandeel van jongeren onder uitgestroomde medewerkers.

Het A&O fonds onderneemt een aantal activiteiten om jongeren te binden en boeien. Het is volgens De Zwart toch echter vooral aan waterschapsorganisaties zelf om hieraan aandacht te besteden. “Het vraagt onder andere om een goede ‘onboarding’ van nieuwe medewerkers en goed werkgeverschap.”

Daarmee in tegenspraak lijkt de daling – zowel relatief als absoluut – van het aantal trainees, stagiaires en leerlingen die werken in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg van het mbo. De Zwart: “Geen goede ontwikkeling want zij zijn in potentie je toekomstige medewerkers. Het kan deels te maken hebben met de enorme druk op de HR-afdelingen, waardoor de instroom van deze doelgroepen momenteel wat in de knel komt. Ook leidinggevenden hebben mogelijk minder tijd voor begeleiding.”

HR-dashboard gelanceerd
Het A&O fonds heeft een online HR-dashboard sector waterschappen gelanceerd waarin alle feiten en cijfers van de HR-monitor 2022 te vinden zijn. “Deze cijfers vormen belangrijke input voor beleidsontwikkeling op zowel sector- als organisatieniveau”, zegt De Zwart. “Wij gaan het dashboard in de toekomst uitbreiden met andere relevante HR- en arbeidsmarktdata over de sector die we zelf verzamelen of afnemen van externe bronnen zoals het CBS. Dan beschik je als waterschapssector over waardevolle stuurinformatie op HR-terrein.”

Factsheet HR monitor 2022 sector waterschappen loep

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.