Kom uiterlijk op 1 mei met een volledig onderzoek naar de alternatieven voor de afvalwaterinjectie in de diepe ondergrond in Twente. Dit eist Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), nadat het bedrijf twee keer een onvoldoende uitgewerkt onderzoeksrapport indiende.
Staatstoezicht op de Mijnen stuurde hierover eind maart een brief aan het bedrijf en die is vorige week gepubliceerd. Vanwege het risico op verontreiniging is er al jarenlang veel verzet in de Twentse samenleving tegen de verwerking van productiewater dat vrijkomt bij de oliewinning in de Drentse plaats Schoonebeek. Het water wordt geïnjecteerd in drie lege gasvelden in Twente.
De NAM staat sinds juni 2021 onder verscherpt toezicht in verband met niet tijdig informeren over problemen. Ook ligt het injecteren van water in de putten al meer dan een jaar stil. Feitelijk betekent dit het einde hiervan, omdat de NAM productiewater ‘dichter bij huis’ in Schoonebeek wil gaan verwerken.
Twee eerdere rapporten als onvoldoende beoordeeld
SodM vraagt echter om een grondig onderzoek naar meerdere alternatieven voor de Twentse waterinjectie en daarbij is de NAM tot nu toe tekortgeschoten. Het eerste rapport uit juni 2022 werd zowel door SodM als het RIVM beoordeeld. Zij concludeerden dat dit onderzoek onvoldoende is onderbouwd en uitgewerkt om de verschillende alternatieven voor de verwerking van productiewater te kunnen wegen.
De NAM kreeg tot 1 maart van dit jaar de tijd om het onderzoek aan te vullen en hierin ook de impact van waterinjectie-activiteiten op de omwonenden een plek te geven. Het herziene rapport werd pas na de deadline – op 9 maart – ingediend. Ook deze versie is inhoudelijk niet goed genoeg, blijkt uit de brief.
Onderzoek niet conform vergunningsvoorschriften
Pieter van den Bergen, directeur Toezicht Olie & Gas bij de SodM, schrijft: “Daarnaast geeft u aan op dit moment niet de complete herafweging in te dienen, maar slechts een reeds bestaand ‘Drenthse’ onderzoek naar verwerkingsmethoden. U maakt daarbij niet de vergelijking met de bestaande injectiesituatie in Twente. Dit is niet in lijn met de genoemde voorschriften.”
Hiermee refereert Van den Bergen aan de vergunningen van de NAM voor de waterinjectie in Twente. Als onderdeel hiervan moet de NAM eens in de zes jaar onderzoeken of dit nog steeds de meest geschikte verwijderingsmethode is.
Vier alternatieven onder de loep
Bij het onderzoek wordt gekeken naar vier alternatieven. Twee alternatieven zijn de zuivering van het productiewater tot vast zout en schoon zoet water (met lozing op oppervlaktewater) en de zuivering tot vast zout en schoon zout water (met lozing op zee). Een derde mogelijkheid is de zuivering tot een deel schoon zoet water en een ingedikt deel brijn, waarbij de brijn wordt geïnjecteerd in het oliereservoir. De NAM mikt zelf op het vierde alternatief: injectie van het afvalwater in het bijna lege gasveld Schoonebeek.
Van den Bergen verlangt van de NAM dat het bedrijf nu uiterlijk 1 mei met het volledige onderzoek naar de alternatieven komt. Anders gaat hij over tot handhaving. Verder wijst Van den Bergen op het verscherpt toezicht. “Ik verwacht dan ook van u dat deze verplichting urgentie en de benodigde aandacht krijgt binnen uw organisatie.” In verband met het verscherpt toezicht is zijn brief openbaar gemaakt.