Studenten aan de hogeschool en de universiteit in het beheergebied van waterschap Vallei en Veluwe maken jaarlijks kans op een beurs van 1000 euro van het waterschap. Vorige week zijn er weer vijftig van zulke beurzen toegekend. ‘Uiteindelijk wil je ook de bekendheid van het waterschap als werkgever vergroten.’
Zoals bijna alle overheden en bedrijven heeft waterschap Vallei en Veluwe veel openstaande, en soms moeilijk te vervullen vacatures. “Daar komt nog bij dat we de komende jaren grote opgaven voor ons hebben”, zegt heemraad Carlo van Dijk. “We gaan investeren in onze zuiveringen en het robuust maken van het watersysteem. Daar hebben we veel mensen voor nodig.”
Carlo van DijkOm in beeld te komen bij potentiële medewerkers, ontplooit Vallei en Veluwe diverse initiatieven. Zo is er een speciale website met vacatures en ervaringsverhalen van medewerkers. “Maar we zochten ook een manier om de band met studenten aan te halen. En daarom zijn we enkele jaren geleden op het idee gekomen om een beurs op te zetten. Dat doen we vanuit het Blauw Deltalentenfonds.”
Die beurs van 1000 euro is bedoeld voor studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein en de Wageningen Universiteit. Per jaar worden er 50 beurzen toegekend. “Er is een lijst vastgesteld met voor de watersector relevante opleidingen. Studenten aan deze opleidingen kunnen zich bij ons melden voor een beurs en uiteindelijk wordt op basis van cv’s, cijferlijsten en een motivatiebrief of motivatiefilmpje een keuze gemaakt.”
De hoop is dat de deelnemers een beter beeld krijgen van het waterschap en bijvoorbeeld ook bij het waterschap een stage gaan volgen, een opdracht tijdens de studie gaan doen of na de opleiding een traineeship. “De evaluatie loopt, dus harde cijfers ontbreken nog. Maar ik weet dat er al een aantal mensen uit de eerste lichting van het Blauw Deltalentenfonds al daadwerkelijk bij ons aan de gang is.”
Of het waterschap ook in de toekomst nog studenten zal ondersteunen via het Blauw Deltalentenfonds is nog niet zeker. “Volgend jaar is er sowieso nog een editie. Dan zullen we gaan bepalen wat de beste manier is om jong talent te stimuleren bij het oplossen van uitdagingen op het gebied van waterbeheer en klimaatadaptatie.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.