Met het nemen van maatregelen op basis van vrijwilligheid wilden de provincie Drenthe, Waterbedrijf Groningen en waterschap Hunze en Aa’s in 2023 vijfennegentig procent minder overschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen ten opzichte van 2012 bij drinkwaterwingebied de Drentsche Aa. Of dat doel wordt gehaald is onzeker.
Het aantal overschrijdingen in 2021 bedroeg 21, net zoveel als in 2012. In 2020 en 2019 waren de doelstellingen nog wel gehaald. Het aantal overschrijdingen lijkt samen te hangen met het weer. Er worden meer overschrijdingen geconstateerd in jaren met hevige regenval.
het eindrapport van het Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa (UPDA). In 2016 ging dit samenwerkingsverband van Waterbedrijf Groningen, waterschap Hunze en Aa’s en de provincie Drenthe van start. Doel van dit UPDA-project was om afspraken te maken met agrariërs, gebiedsbeheerders als gemeenten en particulieren over manieren om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en onkruidbestrijdingsmiddelen te verminderen. Dat blijkt uit
Fragiele situatie
“Wij zijn niet verbaasd dat de doelen op deze manier niet zijn gehaald”, zegt Judith van den Berg van de Natuur en Milieufederatie Drenthe. Deze federatie was bij het UPDA betrokken, met name als het gaat om communicatiecampagnes om omwonenden te bereiken. “Vrijwillige afspraken alleen zijn niet genoeg gebleken.”
Erik Jolink van waterschap Hunze en Aa’s is UPDA-projectleider. Hij erkent dat de doelstellingen uit 2016 niet zijn gehaald, maar hecht er aan te wijzen op de vorderingen die binnen het project zijn gemaakt. “Ik vind het belangrijk om eerst het positieve te benoemen. We zijn hier in het Drentsche Aa-gebied gekomen tot een samenwerking met agrariërs, gemeenten, omwonenden en andere belanghebbenden op basis van vertrouwen. Dat biedt veel perspectief voor de toekomst.”
Alle betrokkenen hebben volgens Jolink hun uiterste best gedaan om gebruik, uit- en afspoelingen van gewasbeschermingsmiddelen te beperken. “Er zijn veel goede maatregelen genomen en die hebben over de jaren wel degelijk effect gesorteerd. De correlatie met het weer, en het aantal overschrijdingen in 2021, laten wel zien dat een fragiele situatie is ontstaan.”
Commissie
De provincie Drenthe, een van de participanten in het UPDA-project heeft nu het voortouw genomen en een commissie ingesteld. Deze commissie moet inventariseren wat de volgende stappen kunnen zijn om de waterkwaliteit in het gebied te vergroten.
Van den Berg heeft niets ten principale tegen een commissie, maar waarschuwt wel dat het geen methode moet zijn om beslissingen uit te stellen. “Nog los van het drinkwater, hebben we een stikstof-probleem. We hebben een probleem rond de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn en sowieso een natuurprobleem. Daar is echt beleid voor nodig. We kunnen nu geen dingen voor ons uit blijven schuiven. Maar er moet een integraal beleid komen, waarin ook de discussie gevoerd moet worden over de vraag welke soorten landbouw er in een gebied als de Drentsche Aa wenselijk zijn.”
De provinciale commissie publiceert waarschijnlijk aan het eind van dit jaar haar bevindingen. Jolink hoopt dat het document een goede basis kan vormen voor een nieuwe aanpak. “Ik verwacht in elk geval een overzicht van de vele initiatieven die nu al plaatsvinden en misschien ook concrete aanbevelingen, bijvoorbeeld over het verbreden van spuitvrije zones in de provinciale verordening.”
Integrale benadering
De Natuur en Milieufederatie Drenthe is blij met de aanbeveling in het rapport dat er aandacht moet komen voor de ruimtelijke inrichting om de afstand tussen de beek en de bronnen van gewasbeschermingsmiddelen groter te maken. “Sowieso waarderen we de helderheid van het rapport enorm. En in deze aanbeveling van het rapport zien wij een haakje om te praten over zonering en de kwetsbaarheid van het gebied.”
Ook het UPDA pleit voor een integrale benadering van het probleem. Jolink: “We zijn met de afspraken die we de afgelopen jaren hebben gemaakt ver gekomen. Dit is het moment om het breder te trekken en toe te werken naar een besluit dat de op de lange termijn een oplossing biedt. Als ik kijk naar de manier waarop wij in het project hebben samengewerkt, dan denk ik in elk geval dat er een basis is gelegd om er met elkaar voor te zorgen dat we de kwaliteitsdoelen uiteindelijk zullen gaan halen.”