Water en bodem worden sturend bij de inrichting van Nederland. Dat maakte het kabinet vorige week bekend in een serie van brieven aan het parlement. De waterschappen en de drinkwaterbedrijven reageren positief, al blijven enkele vragen open.
“De waterschappen zijn positief over de Kamerbrief”, laat Rob Spit weten namens de Unie van Waterschappen. “Met hun projecten werken waterschappen aan waterkwaliteit, natuurherstel en klimaatverandering. De kamerbrief komt tegemoet aan ons pleidooi waterschappen voor integrale landelijke kaders, met voldoende ruimte voor regionale borging. Nederland moet weer een spons worden en daar zijn allerlei grote keuzes, in samenhang, op gericht.”
Positief noemt Spit vooral dat de regering invulling geeft aan een belangrijk principe dat is voor de waterschappen: “waarbij de draagkracht van het water- en bodemsysteem centraal staat bij de inrichting van ons land.”
In een reactie laat Amarins Komduur van Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, eveneens weten enthousiast te zijn over de door het kabinet geformuleerde uitgangspunten. “Goed is de daadwerkelijke keuze om water en bodem sturend te laten zijn. We zijn blij met de aandacht voor het vasthouden van water en een goede waterkwaliteit.”
Uitwerking en borging
Ondanks het aanvankelijke enthousiasme blijven waterschappen en drinkwaterbedrijven met enkele vragen zitten. Volgens Komduur komt het nu aan op de uitvoering en vertaling naar de praktijk. “Het standpunt in de kabinetsbrief over het veiligstellen van de drinkwatervoorziening moet bijvoorbeeld echt doorgewerkt worden naar de regio. Dat betekent onder andere dat de actieve invulling van de zorgplicht door de overheid ook opgenomen moet worden in de provinciale startpakketten voor de Nationale Omgevingsvisie.”
Verdere uitwerking wordt ook aangestipt door de Unie van Waterschappen. Spit is van mening dat een sterke en snelle borging in wetgeving, afspraken, gebiedsprogramma’s en ruimtelijke plannen van de uitgangspunten over water en bodem sturend belangrijk is. “De brief geeft nog onvoldoende duidelijkheid over de borging in het Landbouwakkoord van het principe dat water en bodem sturend zijn.”
Dit terwijl, zo meent Spit, duidelijkheid over een langjarig perspectief voor agrariërs noodzakelijk is. “Het landbouwakkoord biedt hiervoor het instrument en kan alleen daadwerkelijk een langjarige basis bieden als uitgegaan wordt van perspectief voor de landbouw en tegelijkertijd van de draagkracht van het waterbodemsysteem.”
Kaderrichtlijn Water
Duidelijkheid daarover noemen de waterschappen essentieel. In de brief wordt aangekondigd dat gewerkt wordt aan een nadere invulling en uitwerking van de borging. “Er is ook onvoldoende duidelijkheid over een aantal belangrijke kaders zoals de verdeling van doelen per provincie en grondgebondenheid. Hierdoor mag de voortgang in de uitvoering niet in gevaar komen, ook vanwege het krappe tijdspad voor de Kader Richtlijn Water.”
De kaderrichtlijn water houdt ook Vewin bezig. Komduur mist het benoemen van specifieke doelen voor drinkwaterbronnen in de gebiedsgerichte uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.”
Drinkwater
Vewin staat volgens Komduur achter de ambitie van het kabinet om water te besparen. Daar is volgens de drinkwaterbedrijven een nationale aanpak voor nodig. “Waterbesparing vraagt de gezamenlijke inzet van de drinkwatergebruikers – huishoudens en bedrijven - , overheden, drinkwaterbedrijven en anderen. Van belang is voor ons met name dat het geheel aan plannen bijdraagt aan de toekomst van de drinkwatervoorziening.”