De weersextremen die in de aflopen jaren voor langdurige droogte en buitensporige neerslag zorgden, zetten vandaag de toon op het Deltacongres in Haarlem. De verandering gaat sneller dan gedacht. De maatregelen om de delta veerkrachtiger te maken, zijn daarom ‘een acute opgave’ geworden. “We hebben nog tijd, maar deze tijd wordt wel steeds korter”, zei deltacommissaris Peter Glas. “We moeten versnellen om toename van de opgave bij te kunnen benen.”
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat sprak over een nieuw tijdperk. “De extreme droogte en de enorme neerslag van de laatste jaren zijn geen toevallige excessen. Het tempo van de veranderingen die het KNMI meet is hoger dan we tot voor kort dachten. De dreiging van extremer weer neemt snel toe. Dat is geen toekomstscenario, dat is nu.”
Deze ‘nieuwe realiteit’ vraagt om een nieuwe insteek, een omslag in denken en doen waarbij water en bodem, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord, sturend zijn bij de ontwikkeling van de publieke ruimte, stelde de bewindsman. “Waar denken we dan aan? Niet meer bouwen in ruimte die we nodig hebben voor waterveiligheid. Geen dorstige industrie op hoge zandgronden. Ervoor zorgen dat de bodem meer water kan gaan vasthouden, omdat op veel plekken het grondwaterpeil te laag is, waardoor er veel CO2 vrijkomt en er veel risico is op bodemdaling.”
‘Om de rampen voor te blijven’ is samenwerking nodig, aldus de bewindsman. “Samenwerking tussen waterschappen, rijk, provincies en gemeentes, maar ook met kennisinstituten en ondernemers plus hele samenleving is onmisbaar.”
Zelfde vaatje
Deltacommissaris Peter Glas tapte uit hetzelfde vaatje als de minister. Hij wees op stijging van de zeespiegel die voor onze kust sneller gaat, maar ook op maatregelen ‘binnen en buiten’ het deltaprogramma die te maken hebben met ‘te droog, te heet en te nat’. “We moeten versnellen om de toename van de opgave bij te kunnen benen. We zijn al over een aantal knikpunten heen.”
Glas zei het zijn verantwoordelijkheid te vinden om ook naar de lange termijn te kijken en van daaruit oplossingen en maatregelen te nemen die ‘ons voorbereiden op het nieuwe Nederland’. “Wat is dan wenselijk, wat is maakbaar en haalbaar? Wat moeten we op de plank hebben liggen om uit te kunnen kiezen. En ook: welke ruimtelijke ontwikkelingen moeten we nu vermijden om ons niet op slot te zetten voor aanpassingen die later nog nodig zijn.”
In navolging van Harbers zei Glas dat de leidraad bodem en water stuurt, ‘enorm gaat helpen’ bij de herinrichting van Nederland. Daarnaast vroeg de deltacommissaris aandacht voor ‘verbinding’, onder meer met de financiële sector die ‘steeds meer contact zoekt en soms met ideeën komt, waarvan ik denk: klopt het wel wat jullie denken?’. “We moeten bij elkaar komen. En we moeten ook kijken naar het buitenland. Want het deltaprogramma houdt wel op bij de grens, maar de problemen niet. Daarom is het belangrijk om ons af te vragen: hoe verstaan we ons met onze buren?”