De versterking van de Waddenzeedijk tussen Koehool en Lauwersmeer is voor Wetterskip Fryslân het grootste project in zijn bestaan. Het waterschap kiest voor een gebiedsgerichte aanpak en dat is nieuw. “Het is een geweldige, uitdagende, maar ook noodzakelijke opgave”, zegt bestuurder Bé de Winter.
Het tracé heeft een lengte van 47 kilometer. De kosten van de versterking worden geraamd op 330 miljoen euro, waarvan 90 procent ten laste komt van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het waterschap moet volgens de regels van het HWBP zelf 10 procent bijleggen. Dat is 33 miljoen euro als de raming ook de werkelijke kosten worden. Dat zal pas in 2028 duidelijk zijn, als de versterking volgens de planning klaar moet zijn.
De dijk is op meerdere faalmechanismen afgekeurd volgens de nieuwe landelijke veiligheidsnormen die vanaf 2017 gelden. Bij de inspectie bleek de bekleding (steen, asfalt, klei en gras) over het grootste deel van de dijk onderhevig aan erosie. Dat geldt ook voor flinke delen van het binnentalud en de kruin van de dijk. Voorts is de dijk niet overal stabiel, met name het deel tussen Wierum en Lauwersmeer (dijktrajecten 6 en 7 in de afgebeelde schets).
Piping
Aanvankelijk werd er ook vanuit gegaan dat het traject zou worden afgekeurd op piping, maar na een reeks van boringen en sonderingen is vastgesteld, aldus projectleider Jan Hateboer, dat het probleem zich in flinke delen van het tracé niet voordoet. Het onderzoek leerde dat getijdenzand, zoals aan de Friese Waddenzeekust, minder gevoelig is voor piping dan rivierzand.
Minder piping betekent minder ingrijpende versterking van delen van de dijk dan aanvankelijk voorzien en daarmee zouden de kosten mogelijk lager kunnen uitvallen, stelde Hateboer bij de presentatie van het startdocument op het hoofdkantoor van het waterschap. Bestuurder De Winter was er snel bij om die verwachting te temperen in de wetenschap dat kostenopdrijvende tegenvallers in een omvangrijke project als deze niet zijn uit te sluiten.
Bij de uitwerking van de versterking van de dijk, zullen innovatieve technieken zoals onderzocht in de project overstijgende verkenning (POV-Waddenzeedijken) waar mogelijk worden toegepast. Dit is in lijn met het nieuwe beleid van het HWBP dat ontwikkelde innovaties in de pov's op grote schaal toegepast moeten worden. Daarbij geldt als bestuurlijke richtlijn: pas toe, of leg uit. Dat betekent dat beheerders zelf mogen bepalen of ze nieuwe technieken gaan toepassen. Maar als ze dat niet doen, moeten ze uitleggen waarom.
In het verkenningsproject van Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân zijn 12 concepten voor de Waddenzeedijk getest. Bij de uitwerking van de versterkingsplannen moet blijken welke technieken gebruikt kunnen worden in het traject tussen Koehool en Lauwersmeer, aldus De Winter.
Daarbij is de aanhoudende zeespiegelstijging een aandachtspunt. In de nieuwe veiligheidsnormen is de stijging verdisconteerd, maar nieuwe studies leren dat de stijging sneller gaat dan eerder voorzien en ook na de komende vijftig jaar doorgaat. "Het gaat er om dat je 'no-regret-maatregelen' neemt. Je moet dus goed kijken naar de uitbreidbaarheid", aldus Hateboer.
Gebiedsproces
De versterking van de dijk moet samengaan met het verbeteren van de kwaliteit van het landschap en de natuur. Door het project op te zetten als gebiedsproces wil het waterschap in overleg met belanghebbende instanties projecten koppelen aan de dijkversterking om die brede doelstelling te realiseren. Een stuurgroep met daarin vertegenwoordigers van het waterschap, de provincie, gemeenten (Waadhoeke en Noardeast-Fryslân) It Fryske Gea (natuur) en LTO (landbouw) moet dat proces aansturen.
Er is veel aandacht voor ecologische versterking van het gebied. Zo wordt ingezet op het ontwikkelen van zoet-zoutovergangen in de dijk en het versterken van de kwelders buitendijks. Aanpassingen gebeuren onder meer in het kader van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) van het Rijk. Dat programma heeft de Waddenzee als een van de grote wateren aangemerkt waarvan de ecologie moet worden verbeterd.
Daarbij wordt onder meer ingezet op het verzachten van randen van het Wad en terugbrengen van de natuurlijke dynamiek van het systeem. Dat kan met geleidelijke overgangen van Wad naar land.
Zo’n overgang is voorzien in het burgerinitiatief Holwerd aan Zee, dat ook in het startdocument van de dijkversterking wordt genoemd. Volgens de plannen van de stichting wordt er een opening (met sluis) in de dijk bij Holwerd gemaakt, waardoor een nieuw getijdengebied achter de zeekering ontstaat. “Het is niet onze core business om gaten in dijken te maken, maar we denken wel volop mee met dit soort plannen”, zei Wetterskip-bestuurder De Winter.
'Het HWPB is geen flappentap voor gebiedsontwikkeling'
Financiering
Feit is wel dat deze projecten niet met de HWBP-gelden worden gefinancierd. “Het HWPB is geen flappentap voor gebiedsontwikkeling. Het geld is bedoeld voor waterveiligheid en er is heel precies aangegeven waar de gelden aan uitgegeven moeten worden”, lichtte programmamanager Willem-Jan van Elsacker toe.
Voor het realiseren van PAGW-doelen in de dijkversterkingstraject Koehool-Lauwersmeer is een budget van 37,5 miljoen euro gereserveerd, zo werd eerder dit jaar bekend gemaakt. Voor andere projecten die worden gekoppeld aan de dijkversterking moeten participerende partijen zelf op zoek naar financiering.
Met het opstellen van het startdocument is de verkenningsfase van het project begonnen. De nota beschrijft het ontwerpproces dat vanaf 17 augustus is te lezen op www.waddenzeekust.nl. Betrokkenen kunnen tot 28 september reageren op het document, waarin ook wordt beschreven hoe het waterschap het milieueffectonderzoek in het kader van de Milieueffectrapportage (MER) gaat uitvoeren.
Dit alles moet in 2021 leiden tot een besluit over een voorkeurstracé, waarna de plannen worden uitgewerkt. In 2023 wordt begonnen met de werkzaamheden en die duren tot 2028.
MEER INFORMATIE
Website startdocument
H2O artikel: Versterking Friese Waddenzeedijk gaat samen met herstel ecologie
H2O-premium over nieuwe fase HWBP: focus nu op integrale dijkversterking