Een kleine duizend driedoornige stekelbaarsjes met kleine zendertjes zwommen de afgelopen weken rond twee vispassages van Wetterskip Fryslân. Hun routes lieten verbeterpunten aan de vispassages zien. “Het nut van goede monitoring is hiermee wederom bewezen.”
Wouter Patberg is ecoloog bij Wetterskip Fryslân en was verantwoordelijk voor de test. Volgens hem was de inzet van gezenderde stekelbaarsjes, iets dat als dierproef wordt gezien en alleen met een ontheffing mag gebeuren, bij uitstek geschikt om de vispassages te testen en bovendien een beproefd concept. “De test is uitgevoerd door een gekwalificeerd bureau en met een overlevingspercentage van nagenoeg honderd procent is de test ook in dat opzicht geslaagd.”
De maximaal 8 centimeter lange stekelbaarsjes werden op twee locaties losgelaten: de ene helft op de Waddenzee bij Ameland, de andere helft achter het zeegemaal De Heining bij Marrum. “Op Ameland staat een bijzondere vispassage. Vis wordt er naar toe gelokt met een lokstroom van gezuiverd water van de rioolwaterzuivering. Een belangrijke vraag voor ons was of de lokstroom goed functioneerde.”
Dat blijkt het geval. De vissen worden meegevoerd tot de duiker in de dijk ter hoogte van de Ballumerbocht. Het merendeel van de vissen slaagde er vervolgens echter niet in om door de passage te komen. “Dat heeft te maken met de stroomsnelheid en de afstelling van een klep in de duiker. Gelukkig hebben we de mogelijkheid die aan te passen.”
Achter zeegemaal De Heining wil het Wetterskip onderzoeken waar de stekelbaarsjes in de polder naar toe gaan. Die gegevens worden de komende tijd met een mobiele antenne verzameld. “Bij eerder onderzoek hebben we al gezien dat een groot deel van de vissen ondiepe rietzones langs de oever in de boezem opzochten voor hun paairitueel.”
De test bewijst volgens Patberg het nut van monitoring. “De leefwereld van vissen is heel versnipperd geworden. Met vispassages proberen we de snippers aan elkaar te plakken. Dat is belangrijk, maar de aanleg van vispassages is ook duur. Juist daarom, en zeker als de mogelijkheid bestaat om de werking van de vispassages te optimaliseren, is het zo belangrijk om goed te monitoren om te kijken of de passages doen wat we hoopten en – als dit niet het geval is – te ontdekken waarom niet. Hoewel monitoring een kostbaar en arbeidsintensief proces is waar vaak op bezuinigd wordt, is het de investering vaak meer dan waard.”