De eerder beloofde voortstuwers ten zuidwesten van Emmeloord komen er definitief niet. Het algemeen bestuur van Waterschap Zuiderzeeland heeft deze week besloten het projectplan in te trekken. De voortstuwers waren bedoeld om wateroverlast voor agrariërs te verminderen.
Het gebied kampt met bodemdaling en dat is volgens het waterschap een structureel probleem. Twee voortstuwers zouden de wateroverlast bij extreme weersituaties tijdelijk wel iets verminderen, maar in de loop van de tijd zou die evengoed toenemen.
Vijf jaar geleden beloofde Zuiderzeeland enkele agrariërs maatregelen om wateroverlast tegen te gaan. Naast de zogeheten voortstuwers, die het water versneld afvoeren, ging het om een pompinstallatie in de Zuider-d-tocht.
Het waterschap verwachtte voor het maatregelenpakket 2,1 miljoen euro nodig te hebben, maar onder andere door de prijsstijging van grondstoffen en energie sinds de oorlog in Oekraïne pakken de kosten veel hoger uit (circa 5 miljoen euro).
Geen alternatieven
Afgelopen december liet het dagelijks bestuur daarom al weten van de voortstuwers af te willen zien. De kosten wegen niet meer op tegen de baten, luidde het argument. Dat was tegen het zere been van de agrariërs en van de provincie Flevoland, die het gebied heeft aangemerkt als hoogwaardige landbouwgrond.
Zuiderzeeland kondigde daarop aan de berekeningen nog eens tegen het licht te houden, maar dat heeft niet geleid tot andere inzichten. Alternatieven die passen binnen het budget zijn er volgens het waterschap niet.
De beloofde pompinstallatie in de Zuider-d-tocht komt er wel. Die is nodig omdat het watersysteem in het verleden is aangepast, aldus de website. "Daardoor kan het water in natte omstandigheden minder goed weg", verklaart woordvoerder Marjolein Oldenbeuving. "De percelen aan de Zuider-d-tocht hebben daarnaast te maken met relatief sterke bodemdaling. Die combinatie maakt dat hier meer kans op wateroverlast is."
Transitie nodig
De huidige situatie onderstreept volgens Zuiderzeeland het belang van een transitie in het landgebruik. De huidige gewassen kunnen slecht tegen te veel (grond)water. Ook als de voortstuwers wel waren geplaatst, zou dat vanwege verdere bodemdaling nodig zijn geweest. "Die transitie is primair een taak voor de provincie en de gemeente", aldus de woordvoerder.
Met de provincie is het waterschap in gesprek over het gebied en over aanpassing van de wateroverlastnorm. Voor de tussentijd wordt gevraagd om ontheffing van deze norm.
"En dat de agrariërs teleurgesteld zijn, begrijpen wij heel goed", zegt Oldenbeuving. "Samen met hen hebben wij daarom nogmaals naar de kosten-batenberekening gekeken. Die gesprekken waren voor beide partijen nuttig. Ze zijn ook bekend met de conclusie van het waterschap dat er geen verdere technische maatregelen mogelijk zijn."