In beleid en regelgeving wordt in kolommen gedacht. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) kijkt milder naar stoffen die zo fraai ‘gewasbeschermingsmiddelen’ worden genoemd dan het ministerie van Infrastructuur en Water (IenW). In het drinkwaterbesluit heten ze dan ook gewoon pesticiden.
door Harrie Timmer
Hetzelfde geldt voor de milieurisico’s van farmaceutische producten. Voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is de beschikbaarheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen het belangrijkste. IenW en de waterschappen zien aan de andere (sloot)kant dat Amerikaanse rivierkreeftjes gemarineerd worden in een badje van medicijnresten.
Zij zien dus juist graag een reductie van het gebruik van medicijnen en denken na over Europese belastingmaatregelen. Omdat de overheid uiteindelijk met één mond praat komt men in de beleidsuitvoering tot gematigde afspraken over emissiereducties waar elk belang en ministerie mee kan leven. Vanuit water niet altijd ideaal, maar wel te begrijpen.
Veel minder begrijpelijk is de inhoudelijke verkokering rond de risico’s van stoffen voor volksgezondheid en milieu. Grootste probleem is dat verschillende kolommen in de uitvoering níet bij elkaar komen maar langs elkaar werken. Je zou denken: een stof is een stof en een risico is een risico. Maar zo simpel blijkt het niet. Hier gebeuren dan ook vreemde dingen.
Zo hanteert de Europese landbouwkolom in het Europese toelatingsbeleid voor bestrijdingsmiddelen niet dezelfde ecologische normen die gelden in het waterkwaliteitsbeleid zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW-normen wijken op hun beurt weer af van de waterkwaliteitseisen die we Europees stellen aan drinkwater, en die wijken weer af van de eisen die we stellen aan voedsel, die weer afwijken van de eisen aan voedselverpakkingen. Volgt u het nog? Allemaal veroorzaakt omdat de verschillende kolommen elk hun (eco) toxicologische grenswaarden hanteren.
Door in beton gegoten beoordelingsregels per kolom staat de linkerhand toe wat de rechterhand verbiedt
Dit leidt tot gekkigheid. Door in beton gegoten beoordelingsregels per kolom staat de linkerhand toe wat de rechterhand verbiedt. Nederland pleit bijvoorbeeld Europees voor een totaalverbod op de productie en gebruik van PFAS voor de industrie, maar tegelijkertijd laten we het gebruik van deze stofgroep voor bestrijdingsmiddelen ongemoeid.
Een rapport van PAN uit november 2023 signaleert hiervan zelfs een sterke toename. Het dekentje PFAS dat de laatste tientallen jaren via schoorsteen en regen over Nederland is gelegd wordt straks toegedekt met een extra sprei van PFAS-houdende stoffen uit spuitinstallaties. Alles bij elkaar sijpelen deze PFAS als één kolom vrolijk naar beneden en eindigen ze in onze grondwatervoorraad voor drinkwater.
Dat kan beter. Daarom is vanuit de Europese Green Deal en de Strategie voor duurzame chemische stoffen in 2020 een voorstel gedaan voor een ‘One Substance - One Assessment (OSOA)’ aanpak. Doel: harmoniseren van risicobeoordeling en toelatingsbeleid tussen de verschillende beleidsvelden. Onderzoek van Dr. Joanke van Dijk van de Universiteit Utrecht heeft in 2021 zelfs al wat aanzetten gegeven. Nu, 2023, lijkt echter elke voortgang te stagneren. Toch blijft het een goed idee. Hup OSOA!
Harrie Timmer is geohydroloog en schrijft een column in het vakblad
MEER COLUMNS VAN HARRIE TIMMER
'Aan het bevoegde gezaag'
Nee, ik wil geen transitie
De feiten en de waarheid
Hoe dan wel?
Voorbij het stofje van het jaar
Bestuurders en Ingenieurs
Leve Europa
Don’t look down
De disfunctionele kringloop van rijksbeleid en regionale regie
We zijn ze, en ze doen het best goed
Een geborgde zetel voor de regenboogforel
Doen is het nieuwe denken
Het parallelle universum van de waterwereld
Nader onderzoek wordt niet aanbevolen
Een wet op de milieudoelen
U drinkt uw eigen gezeik