Chemieconcern LyondellBasell en polymeerproducent Covestro hebben een nieuwe installatie in gebruik genomen waarmee afvalwater in biogas en stoom wordt omgezet. Met het Circular Steam Project daalt het energieverbruik met 0,9 Petajoules per jaar, neemt de CO2-uitstoot jaarlijks af met 140.000 ton en hoeft er 11 miljoen kilo minder zout water te worden geloosd, aldus de concerns.
De fabriek op de Maasvlakte, wereldwijd een van de grootste in zijn soort, is een joint venture van LyondellBasell en Covestro, die elk 50 procent van de fabriek bezitten. Sinds 2003 wordt er propyleenoxide en styreenmonomeer geproduceerd. Deze producten worden verwerkt in kleding, meubels, huishoudelijke producten, maar ook in isolatiematerialen voor de woningbouw en dashboards van auto’s.
De productie levert een afvalwaterstroom op die tot voor kort via een pijpleiding en met vrachtwagens werd afgevoerd naar een vuilverbrandingsoven. Het ging om ongeveer duizend ritten per jaar.
Nu wordt de afvalstroom omgezet in energie. De nieuwe waste-to-energy-installatie bestaat uit een biofabriek en verbrandingsoven. Daarin worden twee afvalwaterstromen gescheiden. De eerste stroom wordt biologisch gezuiverd met bacteriën. Daarbij komt biogas vrij dat weer wordt ingezet in het productieproces. De tweede stroom wordt omgezet in stoom die als energiebron opnieuw wordt ingezet in de bestaande productie-installatie op de locatie.
Daardoor wordt het proces volledig circulair, aldus de beide concerns, die claimen dat ze met het project in grote mate bijdragen aan de energiereductiedoelstellingen van de haven van Rotterdam.