Datacenters liggen al een tijd onder een vergrootglas. De kritiek richt zich nu ook op excessief gebruik van leidingwater voor koeling. Zoveel dat de drinkwaterlevering aan huishoudens in gevaar kan komen. Zou het echt? Wat zijn de feiten? En wat zijn de alternatieven voor drinkwater?
Tekst Hans Oerlemans
Steeds meer data en digitale processen verhuizen naar de cloud. Dat wil zeggen naar datacenters. Nederland telt 189 zogenoemde multitenant-datacenters waar bedrijven, instellingen en overheden ruimte voor servers huren. Daarnaast is er een klein aantal datacenters van de buitencategorie: hyperscales van internationale techbedrijven als Google en Microsoft. De kritiek treft vooral deze giganten en gaat onder meer over het vermeende buitensporig gebruik van (groene) stroom en (drink)water.
Servers produceren warmte en heel veel servers bij elkaar produceren veel warmte. Als IT-apparatuur oververhit raakt, neemt de rekensnelheid af en treden storingen op. Koelsystemen zijn er in vele varianten. Afhankelijk van de techniek is daarvoor een wisselende hoeveelheid water nodig. Grofweg gesteld: hoe meer water als koelmedium wordt ingezet hoe minder energie nodig is voor koeling (en andersom). De kunst is een balans te vinden tussen de water- en energievoetafdruk.
Hoeveel water de hyperscales precies gebruiken, is lastig te achterhalen. Het valt in ieder geval niet even te googelen. Google en de andere techreuzen laten weinig los over hun energie- en watergebruik, omdat het concurrentiegevoelige informatie zou zijn. Dat leidt tot speculaties en extrapolaties op basis van de weinige wel beschikbare gegevens.