secundair logo knw 1

“Ik heb mijn relatie met de zee altijd ervaren als de band tussen een vader en een zoon. Vroeger kon ik bij hem [de zee] mijn zorgen kwijt, nu zijn die zo groot, dat ik de zee heb verzadigd met mijn zorgen.”


door Phebe Kloos


Phebe Kloos 180 vkb Deze woorden werden uitgesproken door een oud-Israël correspondent in de Volkskrant Elke Dag-podcast (aflevering 9 oktober 2024). De woorden zijn van een man in de Gazastrook. Hij vluchtte naar zee met een tent en een visnet. Hij vist elke dag. Dat levert hem eten op, maar bovenal maakt het hem gelukkig. Het helpt hem om zijn zorgen te vergeten.

Het ontroert me hoe de Gazaan zijn relatie tot de zee ervaart. Zijn woorden tonen hoe de zee voor z’n tent niet enkel een plek is van zout water met vis. Eenzijdig beschouwd als een resource. Voor deze man is het een plek om zijn zilte tranen aan te schenken – de zee als vader neemt ze in ontvangst. Voor hem is de zee meervoudig: een bezielde, betekenisvolle plek.

Als mens geven wij onze omgeving betekenis. Met investeren in aandacht ontwikkel je een hechtere band. Zo transformeren we onze omgeving van een neutrale ‘ruimte’ naar een betekenisvolle ‘plek’. Of, zoals het in Engelstalige sociale literatuur geduid wordt, als space en place. Betekenis geven aan onze omgeving is een actief proces (van spacemaking naar placemaking) dat zich tegelijkertijd vormt in het landschap, in onze geest en gewoonten. Gaandeweg draag je zorg voor jouw plek, zoals je ervaart dat deze ook voor jou zorgt – zoals bij de Gazaan de zee als vader voor zijn verdriet zorgdraagt. Er rijst wederkerigheid.

Denk ik aan Omi, dan verlang ik ernaar om even naar de wijert te gaan

Mijn betekenisvolle waterplek is een wijert in Velp. Vier jaar geleden vond mijn familie daar een rustplek voor onze lieve Omi, die op 102-jarige leeftijd overleed. Als ik er eendjes zie zwemmen, zie ik ons langs de kant de eenden tellen en namen geven. Tref ik oranje bladeren, zeg ik: “’t Is herfst, Omi”, en zie ik afval, dan ruim ik het op, zoals we daar vroeger samen een spelletje van maakten. Ik kan de wijert niet meer los zien van Omi en denk ik aan Omi, dan verlang ik ernaar om even naar de wijert te gaan.

Hoe anders leerde ik waterplekken kennen toen ik de watersector indook. Ik leerde zichtbaar water ‘oppervlaktewater’ te noemen en te duiden met een categorie: A, B of C. Met een opvallende onderverdeling in ‘natuurwater’, ‘gebruikswater’ of ‘basiswater’. Er is zelfs een categorie ‘overig water’. Onbeduidende termen die je makkelijk op omgevingskaarten kan plakken en waarop je kan filteren. Zo’n filter werkt te goed. Zoals de zee je voetstappen uitwist op het strand, wist de filter de meervoudigheid uit en voor je het weet blijf je achter met de ontzielde formule H2O.

Zou ons beleid anders worden als we de categorieën recht doen aan de relaties die we ontwikkelen met een waterplek? Als we niet werken vanuit een geomorfologische kaart, maar vanuit een betekeniskaart? Dat we onze kunstwerken en ingrepen juist zo bouwen, dat we faciliteren dat een waterruimte een waterplek wordt voor troost, liefde, hoop, plezier. Ik weet niet wat de terugverdientijd is van een ingebouwde traanvergiet aan een gemaal of een bellenblaasautomaat aan een damwand, maar geloof wel dat mens-waterrelaties het verdienen.


Phebe Kloos is antropoloog, met als specialisme mens-water relaties


LEES OOK VAN PHEBE KLOOS

Meten is weten, voelen is begrijpen
Afvalwater of kanswater

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland