De ontvlechting van de stichting Waternet gaat moeizaam. Het is een complex proces. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt. En het is lastig om de juiste informatie boven tafel te krijgen, zei dagelijks bestuurder Simon Deurloo (PvdA) gisteravond in de vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Hij kondigde aan dat het dagelijks bestuur niet langer prioriteit geeft aan in het kaart brengen van de risico’s, maar zich richt op de ontvlechting en de vorming van een eigen waterschapsorganisatie.
Daarmee wijkt het dagelijks bestuur af van het voorbereidingsbesluit van 11 juli, waarin het algemeen bestuur vraagt om verschillende risico’s van ontvlechting, zoals financiële consequenties, uit te werken in een uitwerkingsbesluit. Dat besluit, waarin staat wat de splitsing precies inhoudt, moest eind 2024 klaar zijn. Begin 2025 zou dan begonnen worden met de uitvoering van de ontvlechting van de organisatie, waarin het waterschap en de gemeente Amsterdam samenwerken aan de uitvoering van watertaken.
Een en ander is niet gelukt. “Afgelopen weken is het dagelijks bestuur tot inzicht gekomen dat een tussentijds besluit over ontvlechting met beter zicht op de risico’s niet realistisch is”, zei Deurloo. “Gezien de verstreken tijd en de staat waarin de organisatie verkeert, moeten we ons richten op de ontvlechting.”
Dilemma
De koerswijziging houdt in dat het dagelijks bestuur het algemeen bestuur maandelijks in een besloten bijeenkomst ‘intensief mee gaat nemen’ in de besluitvorming over verschillende aspecten en risico’s van de splitsing. Voor het zomerreces moet er dan ‘een breed gedragen’ besluit liggen voor het vormen van een eigen waterschapsorganisatie, schetste Deurloo.
Zijn inbreng viel enkele leden van het algemeen bestuur rauw op het dak. “We krijgen dit onvoorbereid te horen, er zijn geen stukken, ik ben stomverbaasd”, zei Lex van Drooge (CDA). Brigitte Wielage (VVD) sloot zich daarbij aan en ze kondigde aan dat haar fractie, die vol zorgen zit over de financiële consequenties van de ontvlechting, niet bij het kruisje gaat tekenen.
Van Drooge stelde, nadat hij van de schrik was bekomen, dat het dagelijks bestuur tot nu toe aan geen van de voorwaarden heeft voldaan die het algemeen bestuur heeft gesteld bij de voorgenomen ontvlechting van de uitvoeringsorganisatie. “Ik kom met grote bitterheid tot deze constatering”, zei hij, waarna hij er op wees dat het waterschap nog steeds in zwaar weer zit en zich geen ‘financiële avonturen’ kan veroorloven bij ontvlechting. “Het is tijd om de beloftes na te komen en dit is de laatste kans om deze ontvlechting niet in een drama te laten eindigen.”
Tempo
Maar er waren ook andere geluiden te horen. Annacarina Klein (ChristenUnie): “We kunnen niet blijven praten. We moeten focussen op twee aspecten: cultuuromslag en financiële onderhandelingen met Amsterdam.” Matthijs Pontier (Groenen) drong ook aan op tempo: “Maak voortvarend werk van ontvlechting. Vooruit met de geit.”
Ook Jasper Groen (Water Natuurlijk) die in juli nog meer duidelijkheid eiste voordat er tot besluitvorming zou worden overgegaan en daarbij de deur voor voortzetting van de samenwerking niet wilde dichtgooien, stelde nu dat we ‘tot de conclusie moeten komen dat ontvlechting onvermijdelijk is’. Hij wilde wel de toezegging dat er een noodscenario, een plan b, komt, als er straks een uitwerkingsbesluit over ontvlechting ligt dat voor het waterschap ongunstig is omdat de risico's slecht uitpakken.
De uitspraak van Groen dat ontvlechting onvermijdelijk is, deed Wielage vragen waarom hij die ‘ommezwaai’ heeft gemaakt. Groen gaf daarop aan dat de inzet van Amsterdam in het ontvlechtingsproces geen enkele grond geeft om te denken dat het gaat lukken om samenwerking voort te zetten.
Amsterdam
De inbreng van de gemeente Amsterdam in het proces om tot ontvlechting te komen, wekte ook bij andere bestuurders wrevel. “Amsterdam doet er weinig aan”, stelde Van Drooge vast. “Ontvlechting komt geheel op het bord van AGV terecht.”
Dat Amsterdam geen haast maakt, viel al op te maken uit de brief die het DB begin december stuurde aan het AB met de aankondiging dat planning en aanpak van het ontvlechtingspoces bijstelling behoefden. Daarin staat dat Amsterdam de taken ‘Drinkwater’ en ‘Riolering en overige waterbeheertaken’ gaat voortzetten binnen de bestaande stichting Waternet. En dat blijft zo tot totdat een nieuwe organisatievorm is bepaald.
Het dagelijks bestuur van het waterschap blijft vasthouden aan 1 januari 2026, de dag waarop de ontvlechting volgens de oorspronkelijke plannen haar beslag moet krijgen.