De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland laat te wensen over. En dat is een understatement: in 2019 voldeed slechts 1 procent van ons water aan de Europese eisen. Onderzoeker Lisette de Senerpont Domis, met meer dan vijftien jaar ervaring in de aquatische ecologie en een speciale interesse in klimaatverandering, geeft haar visie. "Het is een kwestie van tijd voordat er een Urgenda-achtige beweging voor het water ontstaat."
Tekst: Dorine van Kesteren
Als kind was ze niet per se in de weer met schepnetjes, emmers en loeppotjes, het gaat te ver om haar een vroegtijdige belangstelling voor de Nederlandse waterflora en -fauna toe te schrijven. Maar interesse in de natuur had ze zeker. Met een bioloog als moeder kan dat ook bijna niet anders. “Ik probeerde alle planten en dieren die ik tegenkwam te identificeren en droogde planten voor mijn herbarium. Later spitste mijn interesse zich toe op water. Ik ben begonnen als mariene bioloog, maar gaandeweg breidde mijn werkterrein zich ook uit naar zoetwatersystemen.”
Inmiddels werkt Lisette de Senerpont Domis bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), een van de grootste onderzoeksinstituten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Ze staat aan het hoofd van het AKWA, het organisatieonderdeel dat onderzoek doet naar naar waterkwaliteit, de relatie tussen waterkwaliteit en waterkwantiteit en de invloed van de klimaatverandering op het functioneren van aquatische systemen. “Mijn team en ik vertalen fundamentele wetenschappelijke kennis naar de praktijk, naar oplossingen voor complexe watervraagstukken. We zitten hier niet in ivoren toren, maar zoeken de samenwerking met waterschappen, belangenorganisaties, onderzoeks- en ingenieursbureaus en het bedrijfsleven.”