Vijf jaar na aanleg van de eerste eilanden, wordt de balans opgemaakt: is de aanleg van de Marker Wadden een geslaagd project? Het gedroomde vogelparadijs in het Markermeer is er gekomen, maar bouwen met dun slib is vooralsnog niet gelukt. En bovenal: het is nog te vroeg voor 'harde conclusies'. Zo is onduidelijk in hoeverre de eilandengroep bijdraagt aan natuurherstel van het Markermeer.
Tekst Bert Westenbrink | Foto's Blueice
Positieve effecten zijn er zeker, maar er kunnen nog geen ‘harde’ conclusies worden getrokken, blijkt uit de vorige maand gepubliceerde beleidsevaluatie die zich richt op doelmatigheid en doeltreffendheid van het project Marker Wadden. “Aangezien de eilanden qua flora en fauna nog steeds in ontwikkeling zijn, weten we voor een deel het ‘eindbeeld’ nog niet”, staat geschreven. “Het hele gebied bevindt zich nog steeds in een pioniersfase.”
Bovendien: ‘strakke doelen’ en ‘harde streefwaarden’ waren er eigenlijk niet en door het unieke karakter is er geen referentie waaraan de doelmatigheid van het project kan worden getoetst. Wel staat vast dat er ‘een stuk nieuwe natuur met een grote diversiteit aan vegetatie en broed- en trekvogels’ is gerealiseerd. En qua recreatie is het project een succes, de eilandengroep wordt druk bezocht. Maar is het slib uit het Markermeer ook een stabiel substraat gebleken? En draagt de eilandengroep bij aan natuurherstel van het Markermeer?