secundair logo knw 1

Dertig doden, duizenden mensen die uit hun ondergelopen huizen gered moesten worden en een geschatte schade van dertig miljard euro: de orkaan Harvey richtte de afgelopen dagen een ravage aan in en rond de Texaanse miljoenenstad Houston. Daarmee heeft Houston een probleem. Zijn er lessen te trekken uit de immense vloed? Harriet Festing van Anthropocene Alliance en John Batten van Arcadis in New York geven antwoord.

 

‘Het zal echt van de burgers moeten komen’

Harriet FestingHarriet Festing, directeur van de Anthropocene Alliance, een non-profit die gemeenten adviseert over de gevolgen van klimaatverandering, is niet verbaasd dat de storm en de regen tot een ramp van deze omvang hebben geleid.

"Het is een echt een schande: in Houston is de afgelopen jaren werkelijk niets van betekenis gedaan om de stad voor te bereiden op een extreme regenval." Dat heeft volgens Festing verschillende oorzaken. "Het stadsbestuur wil dat de stad snel kan groeien en er veel huizen, kantoren en fabrieken gebouwd worden. Dat vinden ze belangrijker dan het vergroenen van de stad of het nemen van maatregelen die straat voor straat overstromingsrisico's te beperken. Wat ze wel doen, is niet effectief. Ambtenaren lieten me trots zien dat stukken stad worden verhoogd en dat greppels om regenwater af te vloeien worden overdekt. Ze konden me helaas niet duidelijk maken wat daar precies de winst van zou moeten zijn."

Daarnaast werken Amerikaanse overheden met flood maps van de federale dienst voor rampenbestrijding, FEMA, waarin de risicogebieden staan aangegeven. Festing noemt die ontoereikend. “Die kaarten richten zich namelijk niet op het overstromingsgevaar door regen, maar door rivieren. In de staat Illinois hebben we een onderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat 92% van de overstromingsschade plaatsvond in een gebied dat volgens FEMA geen risico liep. Illinois heeft die conclusies overgenomen. Op landelijk niveau is er nog niets mee gedaan. Die FEMA-scenario's zijn echter wel belangrijk. Lokale overheden werken ermee, dus doen projectontwikkelaars dat ook. De uiteindelijke huiseigenaars zitten met de problemen."

Festing was lang directeur van RainReady, een non-profitorganisatie die met kleine aanpassingen op wijk- en straatniveau overstromingsrisico's probeert te verkleinen. Ze staat nog steeds in nauw contact met de afdeling in Houston. "De afgelopen drie jaar zijn er in Houston overstromingen geweest. Bij elke ramp wordt weer gezegd dat dit de wake-up call is en dat er nu echt iets moet gebeuren. Nu dus ook, maar ik heb er weinig vertrouwen in. De huidige president bezuinigt alleen maar op overheidsdiensten als FEMA en verwijdert gegevens over klimaatverandering van overheidswebsites. De stad Houston en de staat Texas worden bestuurd door politici die de noodzaak van innovatief en effectief waterbeheer niet zien."

Daarom denkt Festing dat alleen de inwoners van Houston voor verandering kunnen zorgen. Het viel haar op dat niet overheidsdiensten, maar juist gewone burgers een beslissende rol speelden bij reddingsacties om duizenden mensen uit hun benarde situatie te bevrijden. "Het zal echt van de burgers moeten komen. Ondanks de gigantische problemen waar ze nu mee worden geconfronteerd, moeten ze hun afgevaardigden duidelijk maken dat het stadsbestuur in actie moet komen. Maar er valt ook een enorme winst te halen met maatregelen die bewoners zelf kunnen treffen. Natuurlijk vangen reservoirs of parken meer water op dan privétuinen, maar Houston ligt in een gevarengebied. Alle inspanningen, hoe klein ook, zijn dan welkom om de extreme regenval te verwerken waar de stad in de komende jaren mee te maken zal krijgen."

‘We zijn op onbekend terrein gekomen’

John BattenHouston is kwetsbaar voor wateroverlast, maar niet zo extreem als New Orleans, zegt John Batten, directeur Global Water & Cities van Arcadis in New York. Batten adviseert steden wereldwijd in het waterbeheer. Zijn er lessen te trekken uit het drama in Houston? Met de orkaan Harvey kreeg Houston een watervloed over zich heen waar je je als stad moeilijk op kunt voorbereiden, stelt Batten.

“Er is een overstroming ontstaan door ruim 120 centimeter regen in vier dagen. Dit komt eens in de vijfhonderd jaar voor of zoals de National Weather Service in de Verenigde Staten het zei: ‘Deze gebeurtenis is ongekend met gevolgen die verder gaan dan wat we tot dusverre hebben meegemaakt.’ We zijn daarmee op onbekend terrein gekomen en Houston kan hieruit lessen trekken. In de stad is door de vlakke en lage ligging, kleigronden en de intense regenval een enorm overstromingsgebied ontstaan.”

Houston zal bij de implementatie van bestaande plannen en de ontwikkeling van nieuwe uitbreidingen een antwoord moeten vinden op de natuurlijke gevoeligheid van de stad voor overstromingen, zegt Batten. “In Houston is het een mogelijkheid om het bayou-systeem te gebruiken om het overstromingsrisico te verminderen. Met een 'ruimte voor bayou'-programma kunnen natuurlijke buffers en zones worden gecreëerd om inwoners beter te beschermen. Verder behoren verbetering van de bouwvoorschriften en verticale woonvormen tot de opties. Deze verbeteringen moeten echter worden afgestemd op de levensstijlen en economische mogelijkheden.”

Voor de extreme regenval in de orde van grootte zoals in Houston is echter geen eenduidige oplossing, stelt Batten. In stedelijke gebieden kunnen met zones voor opvang en bufferen van regenwater, zoals groene daken en parken, de impact van overstromingen worden verminderd, zegt de adviseur. “Gezien de toenemende intensiteit en volume van de regenval moeten we de doorlaatbaarheid van onze steden heroverwegen. Zo moeten we bouwmaterialen gaan gebruiken die water doorlaten of absorberen. En in gebieden met een speciaal klimaat, bodem of ligging zullen de normen voor groene infrastructuur en uitbreiding van een ander niveau zijn dan in andere regio's.”

In reactie op de vloed zou Houston partnerschappen kunnen ontwikkelen met landen waar steden door het klimaat al lang te maken hebben met intensieve regenval zoals Singapore, Vietnam en Korea, zegt Batten. “Creëren van ruimte voor wateropvang en infrastructuren om intense regenval te verwerken is een oplossing, maar niet de totale oplossing."

John Batten is een van de sprekers op de Amsterdam International Waterweek. In H2O magazine zal hij daaraan voorafgaand zijn visie geven op de ontwikkelingen in het stedelijk waterbeheer wereldwijd. 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.