In 2027 moet de glastuinbouw ‘nagenoeg emissieloos’ zijn. Met een intensieve begeleiding van tuinders willen het Hoogheemraadschap van Delfland, de omgevingsdienst en de branche de waterkwaliteit op orde krijgen. Hoe staat het ervoor? Op pad in de glazen stad.
Tekst Loes Elshof | Foto Markus Spiske Unsplash
Het politiebureau in Naaldwijk is het vertrekpunt voor een verkenning van het Boezemgebied IV, Olieblok genaamd, in het Westland. Dit gebied telt 44 tuindersbedrijven. Het Olieblok is een van de laatste deelgebieden in Delfland die worden onderworpen aan een ‘gebiedsgerichte aanpak’. Het doel is om de ongewenste emissies vanuit de kassen naar het oppervlaktewater terug te dringen. Uiterlijk in 2027 moet het gebied voldoen aan de ecologische eisen van de Kaderrichtlijn Water voor schoon en gezond water. Zover is het nog niet.
De zon schijnt volop. “Een goede dag om de kwaliteit van het water te meten, want regen verdunt de uitslagen”, zegt toezichthouder Robbert Ballings van het Hoogheemraadschap van Delfland. Ballings rijdt met waterbestuurder Marcel Belt over de rechte polderweg met aan weerszijden eindeloze kassen waartussen woonhuizen lijken te zijn geplakt, afgewisseld met kaarsrechte slootjes.