De helft van de waterschappen zegt de afgelopen twee jaar op het juiste moment bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen betrokken te zijn. Voor een meerderheid is dat ook ‘in voldoende mate’ gebeurd. Dat blijkt uit Waterschapspeil 2024, waarin de Unie van Waterschappen een overzicht geeft van het werk van de 21 waterschappen in 2022 en 2023.
Vooral bij structuurvisies werden de waterschappen tijdig betrokken; bij andere planvormen zoals bestemmingsplannen, omgevingsplannen en verordeningen gebeurt dit in mindere mate. De betrokkenheid bij exploitatieovereenkomsten, die van belang zijn voor het klimaatbestendig bouw- en woonrijp maken van terreinen, neemt langzaam toe.
Het totale aantal wateradviezen nam de laatste jaren toe van ruim 8.700 in 2021 tot ongeveer 10.000 in 2023. De weging van het waterbelang, voorheen de watertoets, heeft als doel om de rol van water in een gebied goed mee te wegen in de plannen van provincies, gemeenten en projectontwikkelaars.
Waterkeringen
Niet alleen de ruimtelijke ordening, ook de zeespiegelstijging en de verslechtering van de waterkwaliteit maakt het werk van de waterschappen "steeds uitdagender en complexer", schrijft voorzitter Rogier van der Sande van de Unie in de Waterspiegel. Hij benadrukt dat ze dat niet alleen kunnen. "We hebben andere overheden hierbij hard nodig."
Van de primaire waterkeringen moet 60 procent worden versterkt om in 2050 te voldoen aan de nieuwe veiligheidsnormen uit 2017. Dat gaat in het huidige tempo niet lukken, zo bleek onlangs al uit cijfers van de Inspectie Leefmilieu en Transport (ILT).
De gegevens uit Waterschapspeil komen daar dicht bij in de buurt: eind 2023 voldeed 1.263 kilometer (39 procent) aan de nieuwe normen, voor 1.984 kilometer (61 procent) was dat niet het geval of was nader onderzoek nodig. Op dit moment zijn deze keringen wel veilig door goed beheer, benadrukken de waterschappen. De versterkingen zijn nodig om dat in de toekomst ook te blijven.
Rioolwater
Op de rioolwaterzuiveringen was het gemiddelde verwijderingsrendement in 2023 met 87,2 procent lager dan in de jaren daarvoor. Het gaat daarbij om stikstof (83,7 procent), fosfor (85,7 procent) en zuurstofbindende stoffen (92,1 procent). Dat heeft volgens de waterschappen te maken met de grotere hoeveelheid neerslag in dat jaar: verdund rioolwater is lastiger te zuiveren.
Een andere belangrijke taak is het bewaken van de zwemwaterkwaliteit. Van de vijfhonderd zwemwaterlocaties die de waterschappen vorig jaar controleerden, was de kwaliteit bij 94 procent voldoende. In 23 gevallen moesten 23 maatregelen genomen worden om die op orde te krijgen. Voor 191 locaties gold een waarschuwing voor blauwalg, voor 75 locaties een negatief zwemadvies en 1 keer een zwemverbod.
Bedrijfsvergelijking
Waterschapspeil is gebaseerd op de jaarlijkse bedrijfsvergelijking Waterschapsspiegel, waarvoor alle waterschappen data aanleveren. Die worden ontsloten via het Waves-dashboard, dat een vergelijking per onderwerp mogelijk maakt.