Herman Wijffels strijdt met ‘Grootouders voor het Klimaat’ voor een gezonde bodem. Volgens de invloedrijke CDA’er, voormalige bankier en SER-voorzitter is het hoog tijd voor nieuwe landbouwmethodes. Ook moeten we op een andere manier gaan kijken naar de inrichting van ons land. ‘De zeespiegelstijging is het leidende principe.’
door Dorine van Kesteren
Bij de kenmerken ‘CDA’, ‘Rabobank’ en ‘boerenzoon uit Zeeuws-Vlaanderen’ denk je niet direct aan natuur, spiritualiteit en filosofie. Toch haalt Herman Wijffels daar zijn levensvisie vandaan. Die komt erop neer dat hij zich als mens verbonden voelt met een groter geheel. ‘Planet first!’, is al decennia zijn credo. Een boodschap die niet altijd even populair was, maar aanhang wint nu de gevolgen van de klimaatverandering zichtbaarder worden, met afgelopen zomer bijvoorbeeld de extreme hitte in de Verenigde Staten, Canada en Zuid-Europa en de overstromingen in Limburg, België en Duitsland. “Als we op de oude manier verder gaan, lopen we onherroepelijk vast. De tijd is voorbij dat de mens zich verheven kan voelen boven de natuur en deze naar hartenlust kan uitputten. De opdracht is om een manier van leven en werken te ontwikkelen die meer in harmonie is met de aarde.”
Hij verwijst naar de Franse wetenschapsfilosoof Bruno Latour, die vindt dat ‘niet-mensdingen’, zoals zeeën, rivieren, dieren en bossen, dezelfde juridische status hebben als mensen. “Dat betekent dat zij een stem moeten krijgen in het politieke debat en onze rechtsstaat. Latour pleit dan ook voor een Parlement der Dingen. Daarmee zorg je dat we gaan luisteren naar onze ecosystemen en dat deze een plaats krijgen in beleidsafwegingen. In Nederland is een groep filosofen, kunstenaars en wetenschappers met dit idee aan de slag gegaan. In De Ambassade van de Noordzee onderzoeken zij of de Noordzee een eigen status kan krijgen.”