Boeren moeten de kans krijgen om zelf maatregelen te treffen voor duurzaam waterbeheer, vindt lector Wolter van der Kooij van Aeres Hogeschool. Dit vraagt wel een andere opstelling van de waterschappen. Geen naleving van de ‘water moet zo snel mogelijk weg’-doctrine en minutieuze handhaving van de regels, maar ruimte voor droogtebestrijding, maatwerk en experimenten.
door Dorine van Kesteren
Het Ei van Columbus. Zo omschrijft Wolter van der Kooij de helofytensloot met stuw die hij bedacht. Voordeel één: in natte perioden kunnen boeren water opslaan voor droge tijden. Voordeel twee: waterplanten zuiveren het afvalwater van stikstof en fosfaat voordat het in het oppervlaktewater terechtkomt. Voordeel drie: het landschap wordt een stuk mooier. Voordeel vier: het is een simpele, goedkope oplossing. “Deze sloot geeft boeren de mogelijkheid om het waterbeheer en de waterkwaliteit op hun eigen bedrijf te regelen. Ik wil boeren behandelen als professionals. Hen niet met milieuregels en controles dwingen tot duurzaam handelen, maar hen zelf verantwoordelijk maken.”