De Hedwige-Prosperpolder wordt overgeleverd aan getij en natuur. Maar voordat het zover is fungeert ze als Europees veldlaboratorium. De tijdelijke proeftuin biedt ongekende mogelijkheden voor testen en experimenten. “Beheerders doen broodnodige wedstrijdervaring op, onderzoekers verzamelen een schat aan gegevens en ingenieurs in opleiding toetsen theorieën en ideeën aan de werkelijkheid.”
Tekst Eric Burgers | Foto's Glenn Strypsteen
Tegenover de meest noordelijke kaaien van de Antwerpse haven, op de grens van Nederland en Vlaanderen, ligt de Hedwige-Prosperpolder. De dijk die lange tijd het water van de Schelde keerde, wordt in 2022 afgegraven nadat landinwaarts een nieuwe dijk is voltooid. De polder wordt deels heringericht en overgeleverd aan het getij en de natuur. Maar voordat het zover is, fungeert ze als Europees veldlaboratorium.
Vanaf 2020 tot in 2023 is er gelegenheid om de dijk op allerlei manieren te belasten, herstelmaatregelen te testen en verschillende vormen van dijkinspectie en crisisbeheersing te oefenen. Dat is wat veertien Belgische, Nederlandse, Franse en Engelse partnerorganisaties voor ogen hebben met het door de EU gesubsidieerde onderzoeks- en opleidingsprogramma Polder2C’s. De leiding is in handen van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid en het Nederlandse kenniscentrum voor de waterschappen, STOWA.