Het water weer terugbrengen in de historische stad. Daarvoor pleiten watergildes in Hollandse watersteden als Gouda en Leiden. Want meer water maakt de stad aantrekkelijker om te wonen en te bezoeken (wanneer dat weer steeds meer kan), versterkt (zodoende) de stedelijke economie én creëert meer waterberging om hoosbuien op te vangen. Een ‘win-win-winsituatie’ dus. En meer dan nostalgie.
Tekst Barbara Schilperoort
Gildes ontstonden in de Middeleeuwen, als organisaties van mensen met hetzelfde beroep. Wie een vak wilde leren kon zich aanmelden als gezel en mocht zich na een succesvolle meesterproef gildebroeder noemen. Nog steeds associëren we een gilde met ambachtelijkheid en deskundigheid. Niet voor niets heet de werkgroep water van de Historische Vereniging Gouda het ‘Goudse Watergilde’.
Leden hebben een achtergrond als stedenbouwkundige, architect, historicus, waterbouwkundig ingenieur, in de civiele techniek, het onderwijs. Onder het motto ‘Als het water weer gaat stromen, krijgt Gouda zijn ziel terug’ streeft men ernaar het Goudse water een gildekeurmerk te kunnen toedienen. Als kwaliteitskeur. Maar zover is het nog (lang) niet. Het water staat stil. En hoog.