De komende twee jaar mag het Glimmense drinkwaterlaboratorium WLN waterkwaliteitsonderzoeken voor De Ultieme Waterfabriek uitvoeren. In de Ultieme Waterfabriek wordt onderzocht hoe effluent direct gebruikt kan worden als bron voor drinkwater. “We kunnen stoffen aantonen die we in het verleden niet konden meten”, zegt Jeroen van Nuil, labmanager bij WLN.
Deze content is een productie van Water Alliance
In het project De Ultieme Waterfabriek laten waterschappen, drinkwaterbedrijven en kennisinstellingen STOWA, KWR, WiCE gezamenlijk zien hoe en onder welke voorwaarden gezuiverd rioolwater rechtstreeks herbruikbaar is als drinkwaterbron. Een onderdeel daarvan is de demonstratieinstallatie bij NieuWater in Emmen. Het initiatief speelt een belangrijke rol in het vinden van duurzame oplossingen voor de groeiende waterschaarste.
“Een uniek project”, zegt Van Nuil. “Het draagt bij aan de toekomst van waterbeheer in Nederland en biedt mogelijke oplossingen voor watertekorten wereldwijd.” Op de locatie wordt al ultra puur water geproduceerd voor de industrie met effluent van de rioolwaterzuivering. Bij het ontwerp van die installatie was WLN ook betrokken. De komende jaren wordt aangetoond of (en hoe) drinkwater geproduceerd kan worden uit gezuiverd rioolwater dat zowel chemisch als biologisch veilig en betrouwbaar is.
‘We kunnen nu duizenden stoffen detecteren die voorheen onzichtbaar waren’
Hoofdaannemer
Voor de monitoring van verwijdering van chemische stoffen, bacteriën, virussen en andere ongewenste organismen die in het effluent aanwezig zijn, is uitgebreid onderzoek van de waterkwaliteit nodig. “Er zijn weinig partijen op de markt die dit kunnen oppakken en aan alle eisen kunnen voldoen”, zegt Van Nuil. Ook WLN werkt als hoofdaannemer nauw samen met de andere drinkwaterlabs (KWR, Vitens, Aqualab Zuid en Het Waterlaboratorium).
Voor bestaande drinkwaterproductielocaties die oppervlaktewater gebruiken is een microbiologische risicoanalyse verplicht. Voor dit project wordt ook een chemische risicoanalyse gemaakt. WLN speelt hierin een belangrijke rol door gebruik te maken van geavanceerde screeningstechnieken om onbekende stoffen in het water te identificeren.
“Met deze technieken kunnen we nu duizenden stoffen detecteren die voorheen onzichtbaar waren”, zegt Van Nuil. Screening analyseert een monster zonder vooraf aannames te maken, wat een breder inzicht geeft in de chemische samenstelling en het verwijderingsrendement van stoffen. WLN heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in deze technologie.
Uitdagende monstername
“Een ander belangrijk aspect van de demonstratie is het nauwkeurig plannen van de monstername, in samenwerking met de opdrachtgever. In tegenstelling tot de voorspelbaarheid van grondwater, variëren bij dit project de samenstelling en concentraties van chemische stoffen sterk door factoren zoals het weer en lozingen in het riool. Dit maakt het bepalen van de juiste momenten voor monstername uitdagender”, zegt Van Nuil.
Het project moet uiteindelijk aantonen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport dat gezuiverd afvalwater veilig kan worden ingezet voor de productie van drinkwater.
Water Alliance is een netwerkorganisatie die samen met onderzoekstinstituut Wetsus, het CEW en CIV Water een innovatieketen voor de watertechnologie vormt op de WaterCampus in Leeuwarden