De doelen uit de Kaderrichtlijn Water zullen voor wat betreft de Drentse drinkwaterbronnen niet worden gehaald, zo waarschuwt drinkwaterbedrijf WMD de provincie. Om de veiligheid van het drinkwater op de langere termijn te kunnen waarborgen, doet het drinkwaterbedrijf een aantal voorstellen.
Die voorstellen zijn te lezen in een brief van WMD-directeur Vivienne Frankot aan de provinciale staten van Drenthe en een bijbehorende factsheet. In haar brief vraagt Frankot de provincie om een betere bescherming van de drinkwaterbronnen 'en een actieve toepassing van uw wettelijke zorgplicht voor drinkwater en de grondwaterkwaliteit'.
Vivienne FrankotIn de drinkwaterbronnen van WMD worden stoffen als nitraat, resten van bestrijdingsmiddelen, stoffen van huishoudelijke of industriële oorsprong en PFAS aangetroffen. Frankot: “Vanuit de Europese KRW is Nederland verplicht om (grond)water dat bestemd is voor drinkwaterproductie zodanig te beschermen dat de kwaliteit ervan niet achteruitgaat én de zuiveringsinspanning voor de productie van drinkwater vermindert. Maar in Noordbargeres bijvoorbeeld is de zuiveringsinspanning de afgelopen jaren fors toegenomen.”
Om de situatie in de toekomst te verbeteren, wil WMD dat alle kwetsbare grondwaterwinningen worden opgenomen in een gebiedsgerichte aanpak, samen met provincie, individuele landbouwers, landbouworganisatie en andere terreinbeheerders. “Daarmee kan de provincie bedreigingen, industriële stoffen en risico's vanuit de omgeving rondom waterwinningen weren, reguleren of verplaatsen.”
WMD pleit er verder voor om niet-biologische bollenteelt in grondwaterbeschermingsgebieden verbieden en wijst er op dat in Nederland voorbeelden zijn waarbij provincies vanuit het voorzorgsbeginsel een verbod op PFAS-houdende gewasbeschermingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden voorbereiden.
De maatregelen kunnen volgens Frankot forse impact hebben op het grondgebruik. “Het effect is wel dat enkele prominente risico’s voor het grondwater, het drinkwater en dus de volksgezondheid worden aangepakt. Deze maatregelen kunnen wellicht sneller worden doorgevoerd door samen op te trekken met andere provincies.”
“Het is”, schrijft Frankot als afsluiting, “in ons aller belang dat wij tot in lengte van jaren drinkwater van een hoge kwaliteit kunnen maken. En dat op een redelijk eenvoudige manier zonder allerlei extra (dure) zuiveringsstappen om vervuilende stoffen uit het grondwater te halen. Ik hoop dat wij gezamenlijk de zorgplicht voor schoon, veilig en betaalbaar drinkwater, nu en in de toekomst, een extra duwtje kunnen geven.”
