secundair logo knw 1

Foto: Wendycarina via Wikimedia Commons

Verbeter het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving en richt de regelgeving meer in op de bescherming van de waterkwaliteit. Deze maatregelen zijn volgens de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) essentieel om de uitdagingen rondom waterkwaliteit aan te pakken.

De toezichthouder laat dit weten in het signaalrapport Betere bescherming waterkwaliteit is noodzakelijk. Volgens de ILT is een gezamenlijke inspanning van overheden nodig in verband met de emissies van probleemstoffen, waarbij de bescherming van waterkwaliteit als topprioriteit geldt.

Mattheus Wassenaar ILTMattheus Wassenaar

Slechte waterkwaliteit is een groot probleem voor de Nederlandse samenleving, zegt inspecteur-generaal Mattheus Wassenaar in een bericht op de ILT-site. “Het is essentieel om grip te krijgen op de uitstoot van schadelijke stoffen in het milieu. Probleem is dat het water niet praat. Daarom moeten wíj het water een stem geven. Betere bescherming van schoon en veilig grond- en oppervlaktewater is essentieel.”

Veel schadelijke stoffen in water
Het lukt nog niet om de waterkwaliteit voldoende te verbeteren, stelt de ILT. Het grond- en oppervlaktewater bevat te veel meststoffen, bestrijdingsmiddelen (gewasbeschermingsmiddelen, biociden en diergeneesmiddelen), PFAS, medicijnresten, microplastics en andere schadelijke stoffen. Hierdoor komen drinkwater, voedselvoorziening, gezondheid en natuur in gevaar. Zo wordt het regelmatig eten van zelf gevangen vis afgeraden en kan zwemmen in open water leiden tot gezondheidsrisico’s.

Tevens kunnen rioolwaterzuiveringen slechts een deel van de probleemstoffen effectief verwijderen en is dat moeilijk voor een groeiend aantal stoffen, zoals PFAS, medicijnresten en microplastics. Daarom moeten waterschappen beduidend meer kosten maken voor het zuiveren van afvalwater. Hetzelfde geldt voor drinkwaterbedrijven bij de productie van drinkwater.

Ook dreigt Nederland in 2027 niet te voldoen aan de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). In dat geval kan volgens de ILT op bepaalde locaties stilstand ontstaan in onder andere woningbouw en infrastructuur, met als gevolg grote economische schade.

Huidig beleid onvoldoende gericht op waterkwaliteit
ILT signaleert nog een probleem. Het huidige beleid is onvoldoende gericht op waterkwaliteit. Zo zijn de regelgeving van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de regelgeving van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) niet goed op elkaar afgestemd. Bijvoorbeeld als het gaat om enerzijds de eisen voor bestrijdingsmiddelen en mest en anderzijds de eisen voor waterkwaliteit.

Ook vallen veel directe en indirecte lozingen (bij het laatste gaat het om lozingen via rioleringen of via een tussenliggende zuivering op het oppervlaktewater) nog steeds onder algemene regels. Daarin heeft de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 geen verandering gebracht.

Wat met ingang van dit jaar wel is veranderd: voor veel standaard activiteiten geldt een meldingsplicht en geen vergunningsplicht meer. In de vergunningverlening conform de Omgevingswet is het principe nu ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’.

Versterking van vergunningverlening, toezicht en handhaving
De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de producenten en gebruikers van de schadelijke stoffen voor mens, dier en milieu, zegt Wassenaar. Er moeten concrete stappen worden gezet om de emissies van probleemstoffen drastisch te verminderen.

In dit verband noemt Wassenaar de inzet van waterbeheerders, omgevingsdiensten, gemeenten, provincies en het Rijk. “We moeten ook kritisch kijken naar de rol van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hoe kunnen we deze versterken? Welke bindende afspraken moeten we hierover maken? Dit vraagt om goede afstemming, versterking van wetgeving, effectieve (juridische) instrumenten en voldoende capaciteit en expertise bij álle toezichthouders.”

De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft als toezichthouder ook zelf een rol. Wassenaar: “Wij gaan graag in gesprek met de betrokken partijen om te begrijpen waar zij tegenaan lopen en hoe de ILT kan helpen bij het verbeteren en beschermen van onze waterkwaliteit.”

Bijlage bij Kamerbrief van minister Harbers
De ILT-signaalrapportage zit als bijlage bij de brief die demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat op 17 juni naar de Tweede Kamer stuurde. Deze Verzamelbrief actualiteiten water geeft een overzicht van wat er allemaal speelt in het waterdomein. Harbers schrijft dat de conclusies van de ILT wat betreft vergunningverlening, toezicht en handhaving worden gedeeld.

Minister Mark Harbers            Mark Harbers                     (foto: Martijn Beekman)

Hij gaat ook in op de constatering dat bestaand beleid onvoldoende gericht is op waterkwaliteit, zoals het bestrijdingsmiddelenbeleid en het mestbeleid. Inmiddels is onderzocht hoe de toelating van gewasbeschermingsmiddelen in overeenstemming kan worden gebracht met de KRW-normen, meldt Harbers.

En verder: “Wat betreft het mestbeleid werkt IenW samen met LNV bij de uitvoering van het lopende 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn en de implementatie van maatregelen uit de derogatiebeschikking, gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit. Hierbij wordt rekening gehouden met de KRW-doelen. Zo is de aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) eind vorig jaar mede gebaseerd op de KRW-doelen voor nutriënten en biologie.”

Gesprek over verbeteren van toezicht en handhaving
De minister gaat ook in op het door de ILT geconstateerde gebrek aan coördinatie, inzicht en afstemming bij lozingen en op het ontbreken van een integrale beoordeling van de effectiviteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen het waterstelsel. Deze aspecten worden meegenomen in een nieuw onderzoek over de effectiviteit van de regulering van de afvalwaterketen.

Ook komen ze aan bod in een gesprek tussen de ministeries van IenW en LNV, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zij overleggen over het verbeteren van het toezicht en de handhaving specifiek gericht op gewasbeschermingsmiddelen en waterkwaliteit.


TE VEEL EMISSIES VAN SCHADELIJKE STOFFEN

De ILT noemt een aantal redenen waardoor er in de praktijk te veel emissies van schadelijke stoffen plaatsvinden:

  • Vergunningen van omgevingsdiensten en waterbeheerders worden niet regelmatig bezien en herzien. Daardoor worden de afspraken in oude vergunningen niet standaard in overeenstemming gebracht met de KRW-doelen of met inzichten over nieuwe probleemstoffen.
  • Door indirecte lozingen komen veel probleemstoffen in het riool, die vervolgens via zuiveringswerken het oppervlaktewater alsnog belasten. Deze bronnen van probleemstoffen zijn nu onvoldoende in beeld en worden niet adequaat aangepakt.
  • De omgevingsdiensten en waterbeheerders wegen de nadelige gevolgen van lozingen voor de waterkwaliteit niet altijd transparant en op dezelfde wijze af bij het toekennen van vergunningen.
  • De waterbeheerders hebben een adviesrecht om de omgevingsdiensten bij de indirecte lozingen te wijzen op onder meer de KRW-probleemstoffen. In de praktijk worden deze adviezen niet altijd afgegeven en ze zijn met de komst van de Omgevingswet niet meer bindend.
  • Op emissies vanuit de landbouw is onvoldoende grip, vanwege slechte naleving en een beperkt zicht op de overtredingen. Hierdoor worden sloten en beken belast met te veel mest en bestrijdingsmiddelen. 
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.