Het project KLIMaatAdaptatie in de Praktijk is afgerond. KLIMAP heeft in een periode van viereneenhalf jaar instrumenten ontwikkeld om te werken aan het klimaatadaptief inrichten van hooggelegen zandgronden voor landbouw en natuur. ‘Met KLIMAP hebben we de basis onder de gebiedsgerichte processen gelegd.’
“Het project ging van start om een instrumentarium te ontwikkelen zodat de stakeholders in de hooggelegen zandgronden van Nederland – die voor hun waterhuishouding in hoge mate afhankelijk zijn van regenwater - zelf in hun eigen regio aan de slag kunnen met het concept van ontwikkelpaden om daarmee hun specifieke gebied klimaatbestendig te maken.”
KLIMAP. Binnen KLIMAP hebben 24 partijen, onder andere zeven waterschappen, drie provincies, kennisinstellingen en land- en terreinbeheerders samengewerkt. “Inmiddels hebben begrippen als gebiedsgerichte aanpak en klimaatadaptatie breder ingang gevonden, maar toen we begonnen was het echt nieuw.” Dat vertelt Myrjam de Graaf, senior onderzoeker bij Wageningen University en projectleider van
Dat is volgens De Graaf goed nieuws. “Om gebieden klimaatadaptief in te kunnen richten, is het cruciaal dat het goede gesprek gevoerd wordt tussen de betrokken partijen. Daarvoor is het eerst van belang dat de urgentie van het onderwerp breed wordt gevoeld. En daar zie je echt een enorme ontwikkeling in de afgelopen jaren.”
De Graaf en haar collega’s begonnen met het idee een concreet stappenplan uit te werken voor de stakeholders in een gebied. “Dat bleek al snel geen heilzame weg. Het is niet zo simpel als het afhandelen van een aantal stappen om een cultuurverandering, die echt nodig is, in gang te zetten.”
Daarom is er binnen KLIMAP voor gekozen om eerst te richten op het begrijpelijk overbrengen van het concept van ’Ontwikkelpaden' en de meerwaarde ervan bij ruimtelijke opgaven. “Klimaatadaptie betekent ook een nieuwe omgang met het ongewisse. Het gaat om het loslaten van het idee van veiligheid en zekerheid dat we nu in Nederland hebben.”
Dat kan, denkt De Graaf, alleen als alle betrokken partijen in een gebied samen een weg in willen slaan. “En die ontwikkeling hebben we geprobeerd te ondersteunen met tools als het ‘Ontwikkelpaden-spel’ en bijvoorbeeld ook door casussen uit te werken en een routekaart met de verschillende tools op te stellen.”
Volgens De Graaf heeft KLIMAP, met het uitwerken van de verschillende producten, veel voorwerk gedaan voor de gebiedsgerichte aanpak die wordt uitgerold binnen de Nationale Aanpak Landelijk gebied. “Ik denk dat we de basis voor deze processen hebben gelegd. Ons project is in principe afgerond. Nu zijn we op zoek naar een of twee gebieden waar we de lessen die we de afgelopen jaren hebben geleerd in de praktijk kunnen toetsen.”