Drie Nederlandse geohydrologen onderzoeken hoe de watervoorziening in en rond het VN-vluchtelingenkamp Al Za’atari, op de grens van Syrië en Jordanië, kan worden verbeterd. Het onderzoek maakt deel uit van een breder ontwikkelingsproject van de gemeente Amsterdam en VNG International.
De hydrologen, Cedrick Gijsbertsen en Maarten Kuiper (beiden werkzaam bij Wareco Ingenieurs) en Lucas Borst (van waterleidingbedrijf PWN), voeren het onderzoek uit namens SamSamWater, een stichting met veel ervaring in het verbeteren van de watervoorziening in ontwikkelingsgebieden. In Al Za’atari wonen circa 80.000 vluchtelingen. "Het is ooit opgezet voor kortstondige opvang, maar het lijkt er nu op dat de mensen er langer zullen blijven en het een permanente stedelijke samenleving wordt," vertelt Maarten Kuiper. Het project van de gemeente Amsterdam en de VNG is dan ook speciaal opgezet om de stedelijke infrastructuur te verbeteren.
Het onderzoek van Borst, Kuiper en Gijsbertsen richt zich voornamelijk op watervoorziening voor vergroening en de ontwikkeling van landbouwgebieden voor de lange termijn. "Het grondwater is geen duurzame bron en het peil daalt met enkele meters per jaar. Er valt ook weinig regen, slechts 100 à 150 millimeter per jaar. Die neerslag moeten we dus zien te concentreren op een kleiner gebied, zodat daar zinvol landbouw kan worden bedreven. We zoeken naar mogelijkheden om het water vast te houden en te voorkomen dat het ongebruikt wegzakt of wegstroomt. Bijvoorbeeld door op hellende plekken dijkjes te bouwen en zo het water te verzamelen. Dit doen we overigens voor zowel de bewoners als het kamp als de omwonenden. Beide groepen moeten er van profiteren."
In eerste instantie verrichten de drie hydrologen hun onderzoek vanuit Nederland. In maart volgt dan een bezoek aan het vluchtelingenkamp. "Daar zullen we vooral veel gesprekken gaan voeren en kijken waar ze in en rond het kamp behoefte aan hebben. En welke technieken passen bij de lokale situatie en cultuur. Naar verwachting zullen we dan in april onze bevindingen kunnen presenteren. Kort daarop kan hopelijk een pilot van start gaan."