Onderwaterdrainage is wel degelijk een effectieve maatregel om bodemdaling en CO2-uitstoot in veenweidegebieden tegen te gaan. Dat stellen onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) in reactie op kritiek van het Greifswald Mire Centre op deze methode.
Vooral in het westen en noorden van Nederland is de bodemdaling van veenweidegebieden als gevolg van ontwatering een serieus probleem, mede vanwege de uitstoot van de broeikasgassen CO2 (kooldioxide) en N2O (lachgas). Door oxidatie is het areaal veengrond de afgelopen decennia al met circa een vijfde afgenomen.
Een veelbelovende oplossing volgens Wageningen University is onderwaterdrainage, waarbij de grondwaterstand wordt verhoogd. Deze methode wordt al op diverse proefvelden in Noord- en Zuid-Holland, Friesland en Utrecht toegepast. Onderzoekers van het Greifswald Mire Centre, onder wie de Nederlander John Couwenberg, zetten hier eerder dit jaar echter vraagtekens bij in een artikel in het Bulletin van de International Mire Conservation Group. Dat zorgde voor de nodige onrust in de sector.
Niet nodig, oordeelt nu de Wageningse veenexpert Jan van den Akker, die op verzoek van Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden (HDSR) samen met een aantal andere wetenschappers de Duitse kritiek analyseerde. In het rapport ‘Onderwaterdrains zijn effectief’ vegen ze daarmee de vloer aan.
Selectief
''Er wordt selectief en slordig met data uit andere rapporten omgegaan en daaruit wordt verkeerd geciteerd’’, verklaart Van den Akker. ''Uit onze analyse blijkt dat de bezwaren van Greifswald wetenschappelijk weerlegd kunnen worden.’’
Als voorbeeld noemt hij de conclusie dat onderwaterdrains de zomergrondwaterstand bij een vast slootpeil niet verhogen. ‘’Dat hebben zij slechts bij één perceel met een laag slootwaterpeil vastgesteld. Uit statistisch onderzoek bij meerdere percelen blijkt dat een slootpeil van 35 tot 40 centimeter onder maaiveld met onderwaterdrains vergelijkbaar is met een slootpeil van 20 centimeter onder maaiveld zonder drains. De drains zijn dus wel degelijk effectief bij het verhogen van de waterstand.”
Van den Akker vermoedt dat de Duitse publicatie vooral politiek gedreven is. ''Ze zijn daar erg bezig met ‘natte landbouw’, de zogenaamde paludicultuur. Die proberen ze ook in Nederland te promoten. Maar hier gaat veel subsidie naar onderwaterdrainage. Ik denk dat ze daar boos over zijn en de knuppel in het hoenderhok wilden gooien.’’
Brede discussie
‘Wageningen’ ziet paludicultuur zeker ook als ''een van de mogelijkheden’’, aldus Van den Akker. ''Maar dat neemt niet weg dat onderwaterdrainage gewoon goede resultaten heeft opgeleverd. Wij denken dat dit een deugdelijke methode is.’’
Verder onderzoek naar de effectiviteit in de praktijk blijft nodig, stelt hij, en een brede discussie is daarbij gewenst. ''Ik hoop in elk geval dat onze rapportage bijdraagt aan de opbouw van kennis.’’
MEER INFORMATIE
Rapport 'Onderwaterdrains zijn effectief'
Discussie over onderwaterdrains